Datering
Maker Onbekend

Gekuipte teil.

Gekuipte teil. Ongelijke houten duigen en hoepels van wilgeteen. De kuip is ovaal van vorm. De bovenrand van de wand is gekarteld. In de korte zijden zijn handvaten in de vorm van harten gemaakt en in de lange zijden puntvormen. De binnenzijde is rood geschilderd, de buitenzijde okergeel en de hoepels bruin. Bij restauratie bleek een van de hoepels te ontbreken.
De familie Bootsma oefende van 1763 tot 1994 het boerenbedrijf uit op de boerderij Haubois te Loënga. De boerderij dankt zijn naam aan Cornelis Haubois, burgemeester van Sneek, die het buiten dat op de plaats van de boerderij stond, in bezit had. In 1760 verkocht Jhr. Tjallingh Edo Roorda van Sixma het buiten aan Ymte Johannes Bangma. In 1763 liet deze de boerderij bewonen door zijn dochter Sibbeltje Bangma (1734-1809) en haar man Johannes Theunis Bootsma (1726-1781). Hij was de eerste Bootsma op Haubois. Hun zoon Imte Johannes Bootsma (1771-1839) was de opvolger. Hij trouwde in 1815 met Beitske Jentjes Alberda (1796-1864). Zij hadden vier zonen: Johannes, Jentje, Theunis en Rintje. De laatste, Rintje Ymtes Bootsma (1825-1891) was de derde Bootsma op Haubois. Hij trouwde (1871) met Janke Wietses Walinga (1839-1915). Zij hadden drie zonen: Ymte, Wytse en Jentje. De laatste, Jentje Rintjes Bootsma (1880-1961) was de vierde Bootsma op Haubois. Hij trouwde (1907) met Grietje Heeringa (1877-1957). Jentje Bootsma begon in 1910 met het fokken van Stamboekvee. In 1916 was zijn hele veestapel ingeschreven in het Fries Rundvee Stamboek. Sindsdien stond het vee van Bootsma hoog aangeschreven bij veefokkers. Jentje Bootsma en Grietje Heeringa hadden drie kinderen: Janke (1913-1913), Rintje (1915-1994) en Ymte (1918-1991). De beide broers namen de boerderij van hun vader over: de vijfde generatie Bootsma's op Haubois. Ymte bleef ongehuwd. Rintje trouwde met Jantje Hoekstra (1923-2001). Zij hadden geen kinderen. Na de dood van Rintje in 1994 werd Haubois door zijn weduwe verlaten. Zij liet een deel van het familiebezit na aan het museum.

Identificatie
Titel
Gekuipte teil.
Objectnummer
FSM-1994-505
Objecttype
  • Teilen
    Een teil is een ronde, maar ook vaak ovale bak, die vroeger vooral van verzinkt metaal werd gemaakt. Deze werd gebruikt voor de was en, toen er nog geen of weinig douches waren, om in te baden. In het laatste geval spreekt men eerder van een tobbe dan van een teil. Ook in de huidige tijd bestaan er plastic bakken die op de ouderwetse teil lijken. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000008871
Over
Onderwerpen
  • Scharnegoutum
Werk
Breedte
31.0 cm
Hoogte
18.0 cm
Lengte
41.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Wilgeteen
    Wilgetenen zijn gewaterde of gekookte twijgen die als binddraden worden gebruikt. Om de kwaliteit te verbeteren worden twijgen gewaterd of gekookt. Het wateren verbetert de buigzaamheid van de tenen voor het gebruik in het dak. Het koken is een versnelde wijze van wateren.Wilgentenen zijn waterloten van wilgen, die worden gebruikt voor het vlechten van manden en dergelijke. (Wikipedia)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden