Datering
Maker Pieter van Loon

Pieter van Loon - Potloodtekening van drogende zeilen in Utrecht.

Potloodtekening. Gezicht op een mast, waarvan de zeilen hangen te drogen. De gaffel hangt schuin naar beneden. Onderschrift: 'oude gracht Utrecht.: 1841'.
Jhr. Pieter van Loon. Geboren Amsterdam 19 aug. 1801, gestorven Utrecht 13 dec. 1873. Van Loon was ingenieur bij de Provinciale Waterstaat. Waarschijnlijk was Pieter van Loon een leerling van Jan Kruseman. Naast zijn werk was hij als amateur aktief als illustrator en tekenaar van genrestukjes en reisschetsen.
Literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1973-1974, p. 9-12 - Sneeker Nieuwsblad 18 juli 1973 - Mr. E.J. Wolleswinkel, "Jonkheer Pieter van Loon (1801-1873) en renswoude"in: Jaarboek Centraal Bureau voor de Genealogie, 36 (1982) pp. 241-251.

Identificatie
Titel
Pieter van Loon - Potloodtekening van drogende zeilen in Utrecht.
Objectnummer
FSM-G-325
Objecttype
  • Potloodtekeningen
    Tekeningen gemaakt met potloden: staafjes die lood, grafiet of een ander materiaal bevatten. (AAT)
  • Tekeningen
    Tweedimensionaal beeldend werk, waarbij de voorstelling, voornamelijk in lijnen, direct op de drager is getekend, met potlood, tekenstift, krijt, houtskool, pen, penseel of ander materiaal. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000010498
Over
Onderwerpen
  • Grachten
    Grachten zijn in oorsprong uitgravingen van de bodem om een burcht of stad ter verdediging daarvan. Met de vrijgekomen grond werd een wal opgeworpen of het binnengelegen terrein verhoogd. In laaggelegen terrein vult de gracht zich met water. Na de Middeleeuwen, met bijvoorbeeld de groei van Amsterdam, veranderde de betekenis in gegraven waterloop in het algemeen. (Haslinghuis)
  • Utrecht
Werk
Breedte
8.0 cm
Hoogte
21.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Pieter van Loon
Datering
Materiaal
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA