Datering
Maker Roelof van Driessen

Roedeschaaf met een geïmproviseerde zijgeleider.

Roedeschaaf met een geïmproviseerde zijgeleider. De schaafbeitel ontbreekt. Het schaafblok is voorzien van een grof aangezette vuren geleidingslat. Tevens is het losgat van aan de linkerkant vergroot.
De schaaf is afkomstig uit het timmerbedrijf van H.F. Ringnalda aan de Singel te Sneek. Het merk PNM op de schaaf is onbekend. Mogelijk is het een merk van een eigenaar. Roelof van Driessen kreeg zijn schaven van Peter Duesing uit Anholt (Westfalen). De eerste levering was op 23 maart 1839. In 1840 kreeg hij bij de schaven bovendien twee naamstempels. Het zullen de stempels RVD onder kroon en het stempel SNEEK zijn geweest. Het kroontje in zijn merk doet denken aan dat in het merk van schavenmaker Duesing maar werd ook gebruikt doo F.H. Pijttersen uit Sneek en J. Nooitgedagt uit IJlst. Roelof van Driessen vertrok op 5 mei 1902 uit zijn pand aan het Nieuwenoerd (Leeuwenburg) naar Apeldoorn. Kan het zijn dat zijn verhuizing te maken had met de verhuizing van de firma Louwmans naar Wenum bij Apeldoorn in febr. 1903?
literatuur: - G. van der Sterre, Onderzoek van de schaven van het Fries Scheepvaart Museum te Sneek (Leiderdorp, z.j.). - A.K. Mulder, Ald Ark (Leeuwarden, 1990)

Identificatie
Titel
Roedeschaaf met een geïmproviseerde zijgeleider.
Objectnummer
FSM-1995-385
Objecttype
  • Rondschaven
  • Profielschaven
    Er zijn talrijke schaven waarmee een profiel kan worden geschaafd. Zij werden geleverd in breedten van 1/4 tot 2, oplopend met 1/8.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013245
Werk
Breedte
4.0 cm
Hoogte
8.0 cm
Lengte
27.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Roelof van Driessen
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Staal
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA