Datering
Maker Onbekend

Gietijzeren kanonskogel, mogelijk afkomstig van de Lutine.

Gietijzeren kanonskogel.
De kogel is een duikvondst en mogelijk afkomstig van de Lutine. De Lutine was een fregat van 36 stukken (afmetingen: 43x11 m). Het fregat werd gebouwd in 1779 in Toulon. In 1793 werd het door de Britse koningsgezinden overgeleverd. In de nacht van 9 op 10 okt. 1799 verging het schip op de Westergronden tussen Vlieland en Terschelling, toen het geladen met goud- en zilverstaven ter waarde van vele miljoenen guldens, op weg was naar Hamburg. De geldzending was bestemd voor Engelse kooplieden in Hannover. Men slaagde erin veel van de lading te bergen, doch er bleef ook veel in het wrak achter. Er zijn verscheidene bergingspogingen ondernomen. In 1857-1859 slaagde men er in ongeveer 100 staven edel metaal te vinden. In 1886 werden schelpenzuigers uit Makkum en Den Burg ingezet. Die uit Makkum was van boekhouder Willem Maas. De kapitein was Lolkama. Er werden ondermeer scheepsonderdelen en twee kleine kanonnen (caronnades) geborgen, die in Makkum nog een tijd op de Zijlroede (bij Maas) opgesteld hebben gestaan. Na de opheffing van het bedrijf van Maas werden de kanonnen bezit van Klaas Tjebbes uit Workum. In 1938 werd de tinbaggeraar Karimata ingezet door een samenwerkingsverband tussen reder Doeksen van Terschelling en de eigenaar van de baggermolen Biliton. Er werd één goudstaaf gevonden en een aantal scheepsonderdelen. Deze voorwerpen waren te zien op de tentoonstelling van het Fries Scheepvaart Museum in 1938. Scheepsverzekeraar Lloyd's uit Londen eiste de voorwerpen echter op. Doeksen slaagde er in een kanon voor Terschelling te behouden. Wat in Sneek mocht blijven was het aambeeld, een kimhout en enkele kogels.
literatuur: - Sneeker Nieuwsblad 17 feb. 1948, 4 dec. 1958 en 5 nov. 1959. - S.J. van der Molen, Goud in de golven. De ware geschiedenis van de Lutine ('s-Gravenhage-Rotterdam, z.j.) 174 ev.

Identificatie
Titel
Gietijzeren kanonskogel, mogelijk afkomstig van de Lutine.
Objectnummer
FSM-J-041
Objecttype
  • Kogels
    Vroeger bolvormig, thans langwerpig, cilindervormig, massief projectiel met min of meer spitse punt, soms voorzien van een stalen mantel, waarmee uit handvuurwapens geschoten wordt, vroeger ook uit kanonnen. (ABR)
  • Munitie
    Projectielen en voortstuwingsmiddelen die nodig zijn voor het gebruik van vuurwapens. (AAT-Ned)
  • Duikvondsten
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000014694
Over
Onderwerpen
  • Lutine
  • Terschelling
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Gietijzer
    Gietijzer is hard, bros en niet smeedbaar ijzer, verkregen door ruwijzer in een koepeloven te smelten. Soms wordt er kalksteen aan toegevoegd, waardoor het ijzer wordt gezuiverd van zwavel, fosfor e.d.. Het wordt sedert de vijftiende eeuw toegepast. Het gietijzer kreeg vooral in de negentiende eeuw ruime toepassing voor talrijke onderdelen in de bouw, zoals ankerrozetten, goten, kaponderdelen en kolommen, maar ook voor bruggen, grafmonumenten, plantenkassen en zelfs hele gebouwen, zoals het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam (1861). Elementen voor vuurtorens werden eveneens van gietijzer gemaakt en op de bouwplaats gemonteerd. De laatste ijzergieterij van belang in Nederland werd in 1983 gesloten. (Haslinghuis)Cast iron is hard, brittle and nonmalle iron obtained by melting pig iron in a cupola furnace. Sometimes limestone is added, purifying the iron of sulfur, phosphorus, etc. It has been used since the fifteenth century. Cast iron received wide application, especially in the nineteenth century, for numerous components in construction, such as anchor rosettes, gutters, hood parts and columns, as well as for bridges, tombs, greenhouses and even entire buildings, such as the Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam (1861). Elements for lighthouses were also made of cast iron and assembled on site. The last iron foundry of importance in the Netherlands closed in 1983. (Haslinghuis)
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA