Datering
Maker Onbekend
Twee perkamenten bladen, afkomstig uit een bijbel.
Twee perkamenten bladen, dubbelzijdig beschreven met latijnse teksten. Zwarte inkt, verluchtigd met rode en blauwe hoofdletters. Afkomstig uit een bijbel: vullig van het bindwerk. De beide bladen zijn ingelijst en gevat achter dubbel glas: van twee kanten te bezichtigen. Beide bladen zijn aan een zijde verkleurd.
In 1947 ontdekte de directeur van de Amsterdams Bank in Sneek in de bankkluis een notulenboek. Het bleek een notulenboek van de Classis Sneek te zijn, dat begon in 1585. De schutbladen daarvan bleken latijnse handschriften te bevatten. H. Halbertsma liet de schutbladen uit het notulenboek verwijderen om ze beter te kunnen bestuderen. Het zijn delen van een Middeleeuws (15de eeuw?) gekopieerd boek dat tijdens de reformatie is versneden en hergebruikt. De inhoudelijk gaan de teksten over lofzangen op Maria en vermaningen tot de gelovigen. Enkele door H. Halbertsma vertaalde citaten: 'De Zoon van de Koning heeft de kuisheid lief en bewaakt de plaats waar schaamte is. Als deze bruidegom komt, gaat hem dan allen tegemoet, maagden. En neemt brandende lampen mede en vergeet niet ook olie in kruiken mee te bregen. En tooit haastig het bruidsvertrek voor de Koning der Koningen. En zingt voor de Koning der Koningen het lied, dat alleen door maagden gezongen kan worden. Gij die gereed zijt, treedt binnen de geopende deur. Laat elke maagd het weten wanneer de bruidegom komt, opdat zij hem kan volgen. Leidt Gij ons tot deze vreugde, Christus, vergeet ons niet, ons, die gij, bruidegom, hebt losgekocht en verzameld omdat wij in U geloofden'. 'Gegroet Maria, genadevolle. De Here zij met U, reine maagd. Gezegend zijt Gij onder de vrouwen, omdat Gij vrede voor de mensen hebt voortgebracht en glorie voor de engelen. En gezegend zij de vrucht van Uw schoot, omdat wij deze moesten beërven om uit Genade de Zijnen te worden. Daarom, gegroet. Gij, geliefd zijt gij in de wereld, omdat gij (de kracht gaf) tegen de krachten van het vlees. Gij hebt een nieuw geslacht voortgebracht, als een nieuwe ster, die een zon geboren doet worden [...] Wij smeken ons te willen verlossen, en, wanneer we verlost zijn, onze voorbede te willen zijn bij uw Zoon, opdat wij de eeuwige vreugde deelachtig mogen worden'. Een ander deel handelt over de geschiedenis van de heilige maagd Ursula. De legende handelt over een Engelse koningsdochten Ursula die werd gedwongen te trouwen. Ze wilde dat niet en stelde het huwelijk uit door een bedevaart naar Rome te maken, vergezeld door 11.000 maagden. Deze groep werd door de Hunnen bij Keulen vermoord. De schrijver verhaalt deze legende in enkele zinnen onder de titel 'In die XI Milium virginum' (op de dag van de 11.000 maagden). Vervolgens: 'De drom van de maagden is het geslacht van Jezus Christus, dat deel heeft aan de genadevolle gave van de doornenkrans. De gloed van Uw schittering doet U stralen terwijl gij door de marteling om wille van Uw reinheid gedwongen bent U te doen neerhouwen. De heerser van het eiland der Britten, de vader va Ursula was wel een Gode welgevallig man. Een heiden van gelijke rang wilde deze maagd wegens hare schoonheid tot vrouw. Hij stuurt afgezanten en richt dringende verzoeken tot haar, en dreigt haar als zij geen acht slaat op hem, die Ursula opeist. Haar vader, die reeds door de doop van het heidendom is gereinigd, weet hardnekkig een huwelijk te vermeiden. Inmiddels is Ursula als discipel van Christus in een droom onderricht. Zij stelt het huwelijk vast, mits zij eerst uitstel voor drie jaar verkrijgen kan. In plaats van de bruidschat wordt een som bijeengebracht om daarmede schepen uit te rusten. Tenslotte voeren de schepen 11.000 maagden van aanzienlijke huize over de zeeën, die de bezorgdheid van de mensen niet achten. Met een lichte bries scheiden zij van het strand en kortten over en weer de tijd met scherts over het kalme water. Zo stuurde een vrouwen hand onder 's Heeren bescherming de schepen, wier reis de koningsdochter weldra beëindigd ziet. Zij stellen wachten aan bij de achtergelaten schepen, wenden hun gezicht af van wind en water, en komen in Rome aan. Zij maken een pelgrimstocht langs de kloosters onder het storten van tranen en slaken van zuchten, bevelen hun ziel aan bij de heiligen en keren terug. Zij vinden samen de vloot terug, die zijn de haven hadden moeten achterlaten ...'
literatuur:
- Sneeker Nieuwsblad 9 jan. 1948, 20 jan. 1948
- E. Bruna OFM 'De perkamentvondst van Sneek' in: It Beaken X (1948) pp. 85-89
Reacties