Datering
Maker Onbekend

Naambord van het schip DINGENA.

Naambord. Hout. Langs de randen versierd met krul- en bladmotieven. In het borden zijn verdiepte letters aangebracht: de scheepsnaam 'DINGENA' en aan weerszijden daarvan het jaartal '1866'. De letters zijn verguld, de rest van het bord is donkergroen. Twee ophanggaten.
Het naambord is afkomstig uit het bezit van dr. Herrius Halbertsma te Amersfoort, oud-conservator van het Fries Scheepvaart Museum. Het is niet bekend aan wel schip het naambord heeft toebehoord. In de naamlijsten van negentiende-eeuwse koopvaardijschepen door G.N. Bouma komt geen schip voor met de naam Dingena.

Identificatie
Titel
Naambord van het schip DINGENA.
Objectnummer
FSM-1999-070
Objecttype
  • Naamborden
    1. Algemene benaming voor paneel aan de muur van kerk of kerkelijke ruimte waarop de namen zijn gecalligrafeerd van bijvoorbeeld predikanten, geestelijken, kerkelijke ambtenaren, regenten of broederschapsleden, met toevoeging van de jaartallen van hun ambtstermijn. Ook borden met namen van wezen, jongelingen etc. Zijn de namen gecalligrafeerd op perkament of papier, gebruik dan de term: naamlijst. 2. Bord bij de ingang van de kerk, waarop de naam van de kerk en de tijden van de diensten te lezen zijn. Op dit bord zitten soms richels waartussen smalle bordjes worden geschoven met de naam van de dienstdoende predikant. (Religieus Erfgoedthesaurus)Houten bordje of plankje met een naam, bijvoorbeeld van de predikant die de komende zondag dienst zal doen. Deze naambordjes worden bewaard in een naambordjeskist. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000015911
Over
Onderwerpen
  • Scheepsnamen
Werk
Breedte
1.4 cm
Hoogte
12.5 cm
Lengte
73.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA