Datering
Maker Onbekend

Kampioenswimpel SKS 1968. Zeilprijs uit de prijzencollectie van skûtsjeschipper Tjitte Brouwer.

Kampioenswimpel. Blauwe zijde met goudkleurige opdruk "Kampioen S.K.S. 1968". De wimpel is voorzien van een stok met knoppen.
De kampioenswimpel behoort tot de prijzencollectie van skûtsjeschipper Tjitte Brouwer.
Tjitte Lammertsz. Brouwer. Geboren Leeuwarden 20 okt. 1916, overleden Woudsend 5 jan. 1993. Zoon van Lammert Brouwer (1875-1954) en Jikke Dam. Hij had 14 broers en zusters. Vader Lammert was schipper op een skûtsje, actief in het vervoer van modder en zand. Hij liet in 1924 te Briltil een bolschip bouwen, dat de naam Hoop doet leven kreeg. Lammert Brouwer hield van snel zeilen. Door de wijze van werk verdelen bij afgravingen (wie het eerst komt krijgt de vracht) was dat ook economische noodzaak. Lammert Brouwer deed dan ook graag mee aan de westrijden skûtsjesilen en won ook vaak: onder andere in Burgum (1907), In Earnewâld (1926, 1930 en 1944). Enkele van deze prijzen kwamen in bezit van Tjitte Brouwer. Van de 15 kinderen was Tjitte de beste zeiler. Vader Lammert had hem meestal aan de fok zitten. Tjitte was fel. Dat ging volgens Klaas Jansma (boek "Hoop doet leven") zo ver dat het leek alsof hij in gesprek was met het doek: "toe fok ! rot fok!". Tot 1936 voer Tjitte mee op het schip van zijn vader. Van 1936 tot 1940 was hij werkzaam in de baggerwerken. In 1940 trouwde hij met Tjitske Boorsma (1918-2001) uit Earnewâld. In 1941 kocht hij het zeilschip Hoop doet leven van zijn vader. In 1947 kocht Tjitte Brouwer zijn eerste motorschip. Hij vervoerde er zand mee voor de gemeente Wymbritseradiel en voor Van der Veen te Bakhuizen. In 1971 gingen ze - wegens rheumatiek van vrouw Tjitske - aan de wal wonen, in Woudsend. Tjitte Brouwer ging varen voor Klaas van der Meulen. Tjitte Brouwer deed graag mee aan zeilwedstrijden. Eerst als fokkenist bij zijn vader. Later was hij ook fokkenist op andere skûtsjes (Langweer en Grou). Eerste plaatsen werden behaald in 1956 en 1957 (onder schipper Berend Mink) en in 1958, 1959, 1960, 1961, 1962 (onder schipper Ulbe Zwaga, zwager van Tjitte). Van 1968 tot 1985 was Tjitte Brouwer schipper op het skûtsje Gerben van Manen van Heerenveen. Hij was de opvolger van Siep van Terwisga. Tjitte Brouwer werd kampioen in 1968, 1974, 1975, 1976, 1977 en in 1981. In het vleugelklassement (over alle officiële SKS-wedstrijden) staat hij op de vierde plaats (50 maal eerste, 24 maal tweede n 15 maal derde). Ulbe Zwaga staat in het vleugelklassement op nr. 1. In 1985 nam Tjitte Brouwer afscheid als schipper. Hij werd opgevolgd door Tjitte Sietsesz. Brouwer. Bij zijn afscheid op 24 aug. 1985 werd Tjitte Brouwer benoemd tot erelid van de SKS (gouden speld) en tot lid (zilver) in de orde van Oranje-Nassau. Zijn prijzen, plakboeken en fotoboeken werden door Brouwers weduwe Tjitske Brouwer-Boorsma (overleden 7 mei 2001) gelegateerd aan het Fries Scheepvaart Museum.

Identificatie
Titel
Kampioenswimpel SKS 1968. Zeilprijs uit de prijzencollectie van skûtsjeschipper Tjitte Brouwer.
Objectnummer
FSM-2001-222
Objecttype
  • Kampioenswimpels
  • Zeilprijzen
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000017573
Over
Onderwerpen
  • Skûtsjesilen
Werk
Breedte
19 cm
Lengte
60 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Zijde
    Zijde is een natuurlijke substantie die wordt afgescheiden door bepaalde insecten en stolt bij contact met de lucht. Het bekendst voor haar productie is de zijderups (Bombyx mori), ze behoort tot de orde van de Lepidoptera of schubvleugeligen. Er zijn ook bepaalde spinnen die geschikt zijn voor de zijdeteelt. Terwijl de rupsen er hun cocon mee maken, weven spinnen er hun web van. De term zijde wordt gebruikt voor de natuurlijke textielvezel die als grondstof dient voor het vervaardigen van zijden stoffen. Ook deze stoffen worden aangeduid met de term zijde.
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden