Datering
Maker Onbekend
Gebrandschilderd raam met voorstelling van een wapen met hart en ster.
Gebrandschilderd raam. Gevat in lood. In het midden een ovaal wapenschild met links een blauw hart op gele ondergrond en rechts een gele ster op een horzizontale rode band met erboven en eronder een geel vlak. Het wapen worden omgeven door blad- en krulversieringen.
De herkomst van het gebrandschilderde glas is niet exact bekend. Het wapen is dat van de families Burmania en Mentheda. Dat duidt er op dat het raampje afkomstig zou kunnen zijn uit het zogenaamde Grietmanshuis aan de Marktstraat 19 te Sneek. Hetzelfde wapen komt voor in een gevelsteen in de muur van het koetshuis dat bij het Grietmanshuis hoorde. Deze steen is in 1964 ingemetseld in de achtergevel van Epemastate te Ysbrechtum. Het Grietmanshuis is bewoond geweest door Sjuck van Burmania (overleden 1650) en diens vrouw Catharina van Entens van Mentheda (overleden 1660). Sjuck van Burmania was grietman van Wymbritseradiel. Het echtpaar woonde eerst op Martenastate te Cornjum. In 1641 kochten ze het pand Marktstraat 19 te Sneek, dat sindsdien bekend werd onder de naam Grietmanshuis.
Het is waarschijnlijk dat het raampje - net als andere oude gebrandschilderde raampjes uit Sneek - bewaard is gebleven door de gebroeders Tjalling en Thomas Gonggrijp, glasschilders te Sneek. Wanneer zij gebrandschilderde ramen moesten vervangen, bewaarden zij de verwijderde exemplaren.
- Tjalling Gonggrijp, geboren Sneek 9 nov. 1736. Zoon van Harmanus Thomas Gonggrijp en Antie Lous Fopma. Bekend als glasschilder, samen met zijn broer Thomas. Lid van het Nedergerecht Sneek (28 jan. 1796), provisioneel Vroedschap (1813-1816), lid van de Raad van Sneek (1815-1823). Overleden Sneek 12 dec. 1823. trouwde op 22 dec. 1771 met Elisabeth Teetsesdr. de Haan.
- Thomas Gonggrijp. Geboren Sneek 2 juli 1730, overleden Leeuwarden 19 maart 1814. Samen met zijn broer Tjalling was hij glasschilder. Ook vervulde hij ambten in het stadsbestuur van Sneek: vroedsman en bouwmeester. Hij trouwde op 12 febr. 1764 met Anna Maria Munniks uit Joure. Hij trouwde voor een tweede maal op 16 juni 1765 met Sietske van den Berg uit Heerenveen (1728-1814). Uit het laatste huwelijk werd een dochter Anna geboren (12 mei 1766).
- Minke A. de Visser uit Groningen, de vermoedelijke schenkster, was conservatrice van het Groninger Museum. Zij stamde af van de familie Gonggrijp. Haar moeder was Anthonia Johanna van Gonggrijp Bungenberg. Zij was in 1870 te Sneek geboren als dochter van Otto George Bungenberg (1830-1902), directeur van het postkantoor te Sneek, en Minke Jans ten Cate van Gonggrijp (geboren 1841). Laatstgenoemde was de dochter van Jan ten Cate van Gonggrijp (1807-1888) en Anthonia Johanna Beckering (1807-1887). Jan ten Cate van Gonggrijp was zoon van Teetse Gonggrijp (1772-1838) en Minke Jans te Cate (1770-1838) uit Sneek. Teetse was zoon van de glasschilder Tjalling Gonggrijp en Elisabeth Teetses de Haan (overleden 1795).an Epemastate te Ysbrechtum.
literatuur:
- Sneeker Nieuwsblad 19 maart 1948, 2 jan. 1951, 2 en 9 febr. 1967.
- G.F.E. Gonggryp, Het Regeeringsgeslacht Gonggryp in Harlingen, Sneek en Franeker (z.p., z.j.)
- Documentatiemap Gonggrijp (correspondentie H. Halbertsma met G. Dijkstra Hzn.)
Reacties