Datering
Maker Lolke Lantinga

Beretand, afkomstig van de boeier Catharina (ex Agnesje).

Beretand, afkomstig van de boeier Catharina (ex Agnesje). Versierd met houtsnijwerk; zowel aan de boven als aan een van de zijkanten een bladertak in groen. De kleuren op de beretand zijn voor een groot gedeelte verdwenen. Aan de achterkant van de beretand zijn grote nagels te zien, die zijn aangebracht voor de bevestiging van de beretand aan de steven van het schip.
De beretand is afkomstig van de boeier Catharina. De boeier Catharina is in 1904 te gebouwd door L. Lantinga te IJlst voor de jonkheer A.J. van Sminia. Bij de tewaterlating werd het jacht Catharina gedoopt, naar het dochtertje van de heer Van Sminia. In 1921 werd de boeier verkocht aan J.J. Enthoven te Voorburg. In 1938 kocht een Amsterdamse importeur van zuidvruchten de boeier voor een zakenrelatie in Smyrna, die er de Egeïsche Zee mee wilde bevaren. De boeier kreeg in 1939 de naam Agnesje. In 1948 kocht brigadier Forestier Walker het schip. In 1963 werd het Agnesje weer verkocht. Over de vele eigenaars vanaf 1963 tot aan 1975 is weinig bekend. Wel was duidelijk dat het schip in een steeds slechtere staat ging verkeren. De laaste eigenaar, de heer John Grainger, kocht de boeier in 1975. Na een seizoen liet hij uiteindelijk het schip op de helling in Maldon zetten. In 1978 kwam de heer H. de Ruig in contact met de laatste eigenaar. De heer H. de Ruig deed onderzoek naar de herkomst van het schip. In 1979 kwam de boeier in Nederland terug. De beretand is in dat jaar door de heer H. de Ruig van de Catharina afgehaald. De boeier is uiteindelijk gerestaureerd. Het staand en lopend want werd geleverd door wed. S.J. de Vries uit Amsterdam. In het kader van de restauratie van de boeier is het schip in 1983 opgemeten. De boeier is nu eigendom van NUON. literatuur: - Meindert Verhaar, 'De lotgevallen van de boeier Catharina' in: Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1986, pp. 37-46. - J. Vermeer, 'Beschrijving van de boeier Catharina in 1904 gebouwd door Lolke Lantinga, IJlst' in: Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1986, pp. 47-59.

Identificatie
Titel
Beretand, afkomstig van de boeier Catharina (ex Agnesje).
Objectnummer
FSM-2004-123
Objecttype
  • Beretanden
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000019356
Over
Onderwerpen
  • Flora
    Wordt gebruikt als aanduiding voor de totale plantengroei in een bepaald gebied of tijdspanne. (AAT)
  • Boeiers
    Een van de meest typische Nederlandse pleziervaartuigen dat in de loop van de 17de eeuw onder verschillende vormen in de vaart kwam. Het is algemeen gekenmerkt door zijn ronde vormen en zijn lengte-breedte verhouding van 3:1. Het jacht voert een zogenaamde boeiertuig ook bekend als bezaantuig met een grootzeil met gebogen gaffel en een boom, terwijl het stagfok op een botteloef wordt uitgehouden, de kluiver op een kluiverboom. De zijzwaarden waren breed en rond. Boeiers waren bij uitstek luxeschepen die dikwijls op fraaie wijze versierd waren met beeldhouw- en snijwerk. Zij zijn nog steeds in de vaart.A round-built inland vessel, which lent itself to many uses and was widely used, among other things, for private transportation, as a market vessel, vcoor church attendance, transportation, pleasure boating and the like) (MARDOC)One of the most typical Dutch pleasure craft that entered service under various forms during the 17th century. It is generally characterized by its round shapes and its length-width ratio of 3:1. The yacht carries a so-called buoy rig also known as mizzen rig with a mainsail with curved gaff and boom, while the staysail is held out on a bottlenose rudder, the jib on a jib boom. The swords were broad and rounded. Boeiers were pre-eminent luxury ships, often beautifully decorated with carving and carving. They are still sailing today.Een rondgebouwd binnenvaartuig, dat zich voor vele doeleinden leende en o.a. veel werd gebruikt voor particulier vervoer, als marktscheepje, vcoor kerkgang, vervoer, pleziervaart e.d.) (MARDOC)
Werk
Breedte
8.5 cm
Hoogte
65.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Lolke Lantinga
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden