Datering
Maker Onbekend
Wantschroef, gereedschap voor scheepstuigers.
Wantschroef. Metalen huis met een scharnierende bek, die met een (ontbrekende) spie vastgezet kan worden. Over twee stangen loopt een beweegbare tweede bek, die door middel van een schroefspindel wordt bewogen. Aan de bovenkant van spindel een handvat. Tussen de twee bekken werden een lus of twee einden touw of staaldraad vastgezet, zodat hierom een bindsel kon worden gemaakt.
Een wantschroef is een klemapparaat met spindel, gebruikt bij het vastzetten van het want op schepen. Wanneer een want of stag van touw, ijzer- of staaldraad om een jufferblok of om een kous moest worden vastgezet, werd de lus eerst tijdelijk vastgeklemd met de wantschroef. Daarna werd het definitieve bindsel aangebracht waarna de wantschoef weer werd verwijderd. Ook werd een want- of tuigschroef gebruikt bij het maken van een oogsplits. De wantschroef hield de lus tijdelijk vast waardoor de splitser beide handen vrij had voor het splitsen. Er zijn verschillende meningen over de periode waarin de wantschoef werd ontwikkeld. Eén theorie is die dat deze pas in zwang kwam na de introductie van ijzer- en staaldraad, rond 1875, dat vanwege haar stugge karakter met een wantschoef in vorm gedwongen en gehouden werd. Andere bronnen geven echter aan dat ook touw erg stug en zwaar kan zijn en dat er ook al voor 1875 wantschroeven bestonden. Th. Lehman geeft aan dat er ook in 1920 nog steeds volop touw werd gebruikt waarbij de wantschoef onontbeerlijk was.
literatuur:
- Lehman, Th.: 'Het tuigen van schoenerschepen' (Amsterdam 1972) pp. 42-44
Reacties