Drijfanker

Kegelvormige zak bestaande uit 6 banen sterk verkleurd oranje zeildoek. Aan de voorzijde een grote opening met rondom een ingezoomd lijketouw. Hieraan zijn rondom 6 lijnen bevestigd (of drie lussen). De achterzijde heeft een kleinere opening. Aan de achterzijde is een D-sluiting bevestigd voor het bevestigen van een kaai- of keerlijn.
Het drijfanker hoorde bij een bijboot van de schenker. Deze bijboot was van het merk Tinker en was een kruising tussen een opblaasbaar reddingsvlot en een bijboot. Er kon mee worden gezeild en geroeid en er was een oplaasbare kap aan boord. Het geheel kon met vast aangebrachte persluchtcilders worden opgeblazen. Een drijfanker werd uitgevierd over de boeg en remde dan sterk de beweging van het schip terwijl het de kop in wind en zee hield. Met een dunne lijn aan het smalle eind van het drijfanker kon het geheel weer gemakkelijk aan boord gnomen worden. Aan boord van reddingboten werd het bij terugkeer in de branding aan de achterzijde van het schip gebruikt om te voorkomen dat het schip meegesleurd werd door de golven en dwars op de golven kwam. Hier werd het voornamelijk stopzak genoemd.