Datering
Maker Onbekend

Sikkel, afkomstig van van een skûtsje.

Sikkel, houten hecht met ijzeren schacht. Aan de schacht een afneembaar gebogen snijvlak. Bevestiging middels twee bouten met vleugelmoer waarvan er één ontbreekt.
De sikkel werd gebruikt wanneer het skûtsje 'De Drie Gezusters' afmeerde aan een wal waar veel riet of gras stond. In 1901 liet Sybren de Vries een nieuw schip bouwen; een skûtsje. Het schip werd de De Drie Gezusters of ook wel korter: Drie Zusters genoemd naar de drie dochters van Sybren. Het schip werd gebouwd bij de Gebroeders Barkmeijer te Sneek. Destijds kostte het schip fl. 3000. In 1922 is het schip op de werf van de Firma G.S. van der Werf & Zonen, Britswerd verlengd. Sybrens vader, Hidde de Vries, voer al in 1820 met een klein houten skûtsje van 18 ton naar Overijssel en Appelscha om turf te halen. Sybren nam het schip over nadat zijn vader aan wal ging wonen. Sybren de Vries (Lutkewierum 25 december 1867 ? Wommels 11 augustus 1959) trouwde op 12 februari 1896 in de gemeente Hennaarderadeel met Pietje Veenstra (Ytens 7 mei 1872 ? Lutkewierum 4 januari 1938). Uit het huwelijk werden vier kinderen geboren Doetje (Lutkewierum 8 april 1897 ? Emmeloord 10 juni 1965), Anskje (Lutkewierum 25 augustus 1898 ? Sneek 6 november 1977), Jetske (Lutkewierum 28 april 1901 ? Bolsward 30 maart 1975) en Jan (Briltil 17 maart 1913 ? Rien 21 december 1986). Zoon Jan bleef met zijn vader op de Drie Zusters varen. Jan de Vries trouwde met een vrouw uit Lemmer en in 1942 werd hun zoon Sybren geboren. Jan de Vries en zijn vrouw hebben 27 jaar samen gevaren. De turf werd uit Klazienaveen gehaald, soms wel 10 vrachten per jaar. Behalve turfschipper was Jan de Vries ook brandstoffenhandelaar, leverancier van petroleum en gasflessen, krantenbezorger, timmerman en onbezoldigd rijksveldwachter. Zoon Sybren volgde zijn vader wat varen betreft niet in de voetsporen; hij werd timmerman. Het schip de Drie Zusters is in 1966 aan T. Jonker, koopman te Leeuwarden verkocht. De reden van verkoop was de verlaging van de doorvaarthoogte van de brug bij Kromwâl, Britswerd in 1965. Door deze verlaging kon het schip zijn bestemming niet meer bereiken.

Identificatie
Titel
Sikkel, afkomstig van van een skûtsje.
Objectnummer
FSM-2008-239
Objecttype
  • Sikkels
    Werktuig met halvemaanvormig, van fijne tandjes voorzien lemmer en korte steel, waarmee men riet, paardenbonen enz. snijdt. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000021257
Werk
Breedte
28 cm
Lengte
33.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA