Datering
Maker L. Schuyt Korver
Toespraak gehouden door L. Schuyt Korver, bij het aftreden van burgemeester H.C. Wouda van Sneek in 1968.
Toespraak. Inkt op papier. Vier pagina's gevouwen uit één vel. Gehouden door L. Schuyt Korver, bij het aftreden van burgemeester H.C. Wouda van Sneek in 1968. Hieronder de complete tekst: 'Toespraak gehouden door den ondergeteekende, als President eener Commissie, bestaande uit de Heeren: J. ten Cate van Gonggrijp, A.W. Stam, W.O. Brunings en J. Haga tot den Burgemeester H. Clz. Wouda. Sneek den 10 April 1868. Door ons tegenwoordig bezoek ten Uwent, waarde Burgemeester Wouda! Volbrengen wij, als Commissie, namens een groot aantal Ingezetenen eene hoogst aangename zaak, en wel die, om U een bewijs te mogen brengen, niet alleen van genegenheid en achting maar ook van hulde en erkentelijkhied, voor hetgeen gij gedurende de 13 jaren van Uw bestuur, als Hoofd dezer Gemeente, onder ons midden hebt tot stand gebracht. Brengen wij ons met eenige trekken slechts, het zigtbare voor den geest, wat zoowel op stoffelijk als zedelijk gebied, alhier door U werd verricht, dan staat 1e de Gasfabriek daarvoor ons, om het te getuigen, hoe Uw helderziende blik, op een tijd, waarin men nog dubieerde, om zulk eene inrichting voor rekening van Partikulieren of van Stadswege daartestellen, dadelijk dit laatste beginsel met kracht voorstond, te recht begrijpende, dat daarmede een belangrijke brn van inkomsten voor de stadskas hier worde vereenigd, zoo-als dan ook later voor ieder blijkbaar was. 2e Een lang gevoelde behoefte van Sneek, werd door U vervuld, door haar in rechtstreeksche Communicatie te stellen, voor de Lemmer met Amsterdam, door middel van een Stoomboot, waar de zeewaardigheid, de doelmatigheid en verdere inrichtingen niets te wenschen overlieten, en zoo de Noord-Holland Friesche Spoorweg niet tot stand kwam, voorzeker voor niemand was die teleurstelling grooter dan voor U, die als President van dit Comité die ziel daarvan uitmaakte en bij zoo oneindig veel moeite daaraan nog zoo veel belangrijke geldelijke opofferingen hebt ten laste gelegd; maar 3e ook voor den werkenden stand hadt gij van krachten veil: aan twee verschillende uiteinden van de stad, verrezen successivelijk twee blokken woningen waarin een 50-tal arbeidersgezinnen, eene ruime luchtige en alzoo gezonde huisvesting mogten vinden, en 4e wat het onderwijs, het shoolwezen betreft: onder Uw bestuur werd er eene Armen-bewaarschool opgericht, sedert door een 300tal armenkinderen bezocht, op de Koemarkt werd een flinke 1e Burgerschool (voor jongens) daargesteld, de oude Latijnsche School door een geheel nieuw, meer doelmatig gebouw vervangen; alle Commissien van onderwijs, ondervonden uwe krachtdadige hulp en steun, waar het er slechts op aan kwam, verbeteringen aanbrengen oovereenkomende met de eischen des tijds als daar is het Gijmnastisch-onderwijs, het in het leven roepen eener Industrie-school voor minvermogende Knapen, aan wie (?) Bouwkundig tekenen werd geleerd, aanvankelijke oprigting eener Timmerschool, scheiding van Jongens en Meisjes op de eerste Burgerschool, waarvan de weldadige invloed zich sedert heeft laten gevoelen, en toen de wet op het Middelbaar-Onderwijs werd itgevaardigd, waart gij alweder in den Raad de warme voorstander en verdediger, ter oprichting eener Hoogere-Burgerschool met 5-jarige Cursus, die met daarbij gebouwde Directeurs-woning niet alleen strekt tot sieraad van onze stadsgracht, maar ook kan wedijveren met eene der beste inrichtingen van dien aard in ons vaderland, vooral na dat het U vergund werd, nog in de laatste dagen van Uw bestuur, dit werk te mogen bekronen ten gevolge eener verkregene verhooging van Rijks-subsidie, daaraan een gewenscht vermeer den onderwijzers-Personeel te kunnen toevoegen, maar genoeg! Om nog met een enkel woord te gewagen hoe gij er steeds op uit waard, om als Lid der Provinciale Staten van Frieland de balengen van Sneek te behartigen en te eindigen met een gezegde van een der Raadsleden U reeds vroeger toegesproken: Er staan in Sneek zoo vele gedenkteekenen, die getuigen van Uwen onvermoeiden ijver en volhardenden geest, en ik voeg er bij; gedenkteekenen, die Uw nagedachtenis nog lang in zegenend aandenken onder ons zullen bewaren, gedenkteekenen, die spreken zullen nog een tal van jaren, ja lange, nadat gij reeds zult zijn heengegegaan! Smaakt dan waarde Heer Wouda! Bij uw aanstaand vertrek naar elders, de aangename zelfvoldoening, van veel te hebben verricht, tot heil, tot nut en welzijn uwer medeburgers. Geniet dan ook, na een zoo wel besteed en werkzaam leven op uwen leeftijd de welverdined ruste, voor zooveel gij die zelf zult begeeven, in de nabijheid van uwe geliefde Dochter, hare waarde Echtgenoot en kinderen. In één woord van hen, die U boven allen lief en dierbaar zijn, op dat bij het behouden van Uwen opgeklaarden geest, uwe verdere dagen kalm en zacht daarheen mogen vlieden. Sneeker ingezetenen roepen U een hartelijk Vaarwel toe, en wij, wij vereenigen ons met hen, ons in het bijzonder in uw vriendschappelijk aandenken aanbevelende, en bieden u hierbij aan eene zilveren Bouilloire, welks waarde nog voor u verhoogd zal worden, wanneer wij U zeggen dat ze is van Sneeker Nijverheid, even als de bemerking van het Album, hetwelk wij de eer hebben U te overhandigen en waarin de namen vervat zijn van 143 Ingezetenen die ons gaarne hunnen bijdragen hebben willen schenken om u daardoor hunnen hulde en erkentelijkheid te bewijzen. Sneek den 15 April 1868. L. Schuyt Korver'
Reacties