Datering
Maker Onbekend

Fragment scheepshuid met houten nagels en spijkerpennen.

Fragment van een scheepshuid. Eikenhout. In het hout drie eikenhouten pennen, welke aan de achterkant zijn afgebroken. In de intacte voorkant van de pennen zijn vierkante wigjes geslagen. Ter hoogte van de houten pennen nog een vierde gat, waarin vermoedelijk een vierkante spijker heeft gezeten die was afgedekt met een houten prop. Verder zijn aan de buitenzijde van het hout drie paar kleine vierkante wigjes geslagen: spijkerpennen. Aan de binnenzijde van de plank is te zien waar de plank tegen een spant of legger bevestigd is geweest. Het hout is deels aangetast en uitgedroogd.
Het stuk huid getuigt van een scheepsbouwmethode waarbij eerst de huid en daarna pas de spanten werden opgebouwd. De huiddelen werden aanvankelijk bijeengehouden door gespijkerde klampen: zogenaamde knapen. Met het inbrengen van de leggers en knieën werden de knapen verwijderd en de spijkergaten gevuld met houten spietjes, bekend als spijkerpennen. (bron: Willem Vos)

Identificatie
Titel
Fragment scheepshuid met houten nagels en spijkerpennen.
Objectnummer
FSM-2018-011
Objecttype
  • Scheepsonderdelen
    Onderdelen van een watervaartuig. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)Parts of a watercraft. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000025060
Over
Onderwerpen
  • Scheepsbouw
    De vaardigheid of het bedrijf van het bouwen van schepen. (AAT-Ned)
Werk
Breedte
46 cm
Hoogte
29 cm
Diepte
4.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden