Datering
Maker Onbekend

Orgeltje, gebruikt aan boord van een binnenvaartschip.

Orgel. Gefineerde houten kist met opslaand deksel in twee delen. Het achterste deel kan worden omhooggehouden door een rechthoekig raampje dat ook dienst doet als muziekstandaard. Het klavier telt 24 witte toetsen belegd met plaatjes been en 17 zwarte toetsen van een zeer donkere houtsoort (palissander?) Achter het klavier een afneembaar bord met een lange rij gaatjes. Hieronder bevinden zich de fluiten. In de linkerkant van de kast is een uitsparing gemaakt voor de pomphendel. Deze is van hout en jonger dan het eigenlijke orgel. Op de onderzijde is met potlood 'December 1909' geschreven maar dat onderdeel lijkt een latere toevoeging.
Schenkster kocht het orgeltje in een antiekzaak in Amsterdam. Er werd bij verteld dat het aan boord van een binnenvaartschip was gebruikt. de bediening gebeurde door met de linkerhand de balghendel op een neer te bewegen en met de rechter het klavier te bespelen. Volgens schenkster staat op de balg een notitie over een restauratie aan het einde van de negentiende eeuw. De balg geeft nu nog nauwelijks genoeg lucht om het orgel te kunnen bespelen.

Identificatie
Titel
Orgeltje, gebruikt aan boord van een binnenvaartschip.
Objectnummer
FSM-2019-002
Objecttype
  • Orgels
    Twee principes van toonvorming liggen aan de basis van onze orgels, dat van de blokfluit en dat van de hobo. Maar in een orgel moet men zich voorstellen dat die instrumenten op een kist staan met perslucht in. Een ander verschil is dat de pijp, in tegenstelling tot een fluit of hobo maar één toon kan voortbrengen. Er moet dus voor elke noot iets als een hobo of fluit aanwezig zijn... We zien het pijpwerk van het orgel gestalte krijgen.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000025546
Werk
Breedte
71 cm
Hoogte
25.5 cm
Diepte
29 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
  • Been
    Een combinatie van organisch en/of anorganisch materiaal die hoofdzakelijk bestaat uit collageen en calciumfosfaat; het vormt het geraamte van de meeste gewervelde dieren. (AAT)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden