Datering

Offerblok

Rechthoekige kist bestaande uit vier vernagelde platten tussen een onderplat en een scharnieren klepdeksel. De scharnierhengsels lopen over het deksel door tot en met de voorzijde ervan en over het achter- voor- en onderplat., alwzzr ze sikkelvormig eindigen. De voorzijde van de kist is verder nagenoeg geheel bedekt met een schildvormige slotplaat en sleutelgat. Tussen de staarthengsels zit ijzerbeslag met een geldgleuf en een tweekakig scharnier, waaraan trapsgewijs een accoladevormige grendel met knop. Op de bovenzijde van de beide staarthengsels op het deksel een oog, waardoor de gebogen uiteinden van een hoefijzervormig hengsel. In het midden hiervan en oog voor verdere bevestiging.

Identificatie
Titel
Offerblok
Objectnummer
M1913-800
Objectcategorie
ceremonieel object
Objecttype
  • offerblok
    Oude maar nog gebezigde term voor de houder die wordt gebruikt voor het inzamelen van geldelijke offers en meestal een vaste plaats heeft in de kerk. Een gecalligrafeerde tekst omtrent het doel van de aalmoezen kan zijn aangebracht. Verschillende vormen zijn mogelijk: 1. Een houten kistje met gleuf of metalen geldtrechtertje aan de bovenzijde enijzeren hang- en sluitwerk. Met handvat, of hangend aan de muur met een ketting, staande op een zuil of op de grond. 2. Stenen zuil met afsluitbare, metalen deksel met gleuf of geldtrechtertje. 3. Holle, van een gleuf voorziene stenen console in een muur, die aan de andere kant van de muur kan worden geleegd. Voorwerpen waarmee actief geld wordt ingezameld hebben het woord collecte- als voorvoegsel, zoals bijv. collectestok, collectebus.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/srm-collect-473
Werk
Breedte
12.20 cm
Hoogte
19.50 cm
Lengte
11.70 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden