Detail van ingang van woning met houten trap en steiger naast het water met boot
Identificatie
Titel
Zwartsluis
Objectnummer
F071141
Objectcategorie
Fotocollectie
Objecttype
dia
Een dia (of diapositief) is een (met een zogenaamd omkeerprocedé) positief ontwikkelde kleuren- of zwart-witfoto op transparant materiaal. Kleurenfoto's voor publicatiedoeleinden worden meestal als dia gemaakt. In toenemende mate worden hiervoor echter digitale camera's ingezet. (Wikipedia)Afkorting voor diapositief. (Project Fotografie)Positieve transparanten, geschikt voor projectie, al dan niet ingeraamd. Bij inraming twee formaten toegepast: 35mm-film en 6 x 6 cm. (AAT-Ned)
Bouwstelling, stellage, geplaatst voor een bouwwerk in aanbouw of in herstel. Wordt hoger naarmate het gebouw hoger wordt opgetrokken. In de M.e. werd voorn. gebruik gemaakt van een vliegende steiger, waarbij de horizontale liggers of (zie) kortelingen in het metselwerk werden opgenomen. In 1807 beschrijft het bestek voor reparatie van de Bovenkerkstoren te Kampen: vaste, vliegende of losse hangsteigeringen. Kortelinggaten werden vaak bewust opengelaten, b.v. onder een goot of kroonlijst. Voor herstelling konden dan balken worden uitgestoken, zodat een steiger gemakkelijk op te bouwen was (ook: steeksteiger). Voor ingewikkelde bouwdelen en later algemeen werden staande steigers gebouwd. Voornaamste onderdelen daarvan zijn (zie) staander ( (zie) juffer), (zie) schakel, korteling, (zie) kruisschoor en (zie) zwieping. Rotterdammer steiger heet een door huisschilders gebruikte hangsteiger, bestaande uit twee jukken die over een kozijndorpel worden bevestigd en waarop planken worden gelegd.Na 1945 wordt vooral gebruik gemaakt van stalen buizen en koppelingen. (Haslinghuis)Construction rack, scaffolding, placed in front of a structure under construction or repair. Gets higher as the building is raised higher. Flying scaffolding was used in the M.e. voorn. in which the horizontal girders or (see) shorts were incorporated into the masonry. In 1807, specifications for repairs to the Bovenkerkstoren at Kampen describe: fixed, flying or loose hanging scaffolding. Shorting holes were often deliberately left open, e.g. under a gutter or cornice. For repairs, beams could then be cut out so that scaffolding could be easily erected (also: jetty). For complicated building parts and later in general, standing scaffolds were built. Its main components are (see) upright ( (see) juffer), (see) link, shortening, (see) cross brace and (see) swing. Rotterdam scaffold is called a hanging scaffold used by house painters, consisting of two yokes fixed over a window frame lintel, on which planks are laid.After 1945, steel tubes and couplers are used primarily. (Haslinghuis)
Reacties