Datering
Maker J.B. (Epse-Gorssel) Martein
Kaag
De kaag kent diverse varianten, net als de tjalk. De naam verwijst veelal naar het gebied van herkomst. De kaag is gemakkelijk te herkennen aan de rechte voor- en achtersteven. De meeste binnenvaartschepen hebben gekromde stevens.
Gedetailleerde beschrijving
ALGEMEEN: reconstructie 1650. OPSCHRIFTEN: op standaard: "Schokkerkaag anno 1650". SCHAAL: 1:20 / 1:18. TECHNIEK: op spanten gebouwd, met overnaadse huid. TUIGAGE: spriettuig. mast(en): 1 mast. staand want: voorstag, sb en bb 2 hoofdtouwen met talies en weeflijnen, 2 bakstagen met talies, zeilen met rondhouten en lopend want: STAGFOK: met val en schoot. SPRIETZEIL: spriet, met spriettalie, greelband met talreep, standaard, noktalie, 2 gaarden. Zeil met schoot en 2 gordings. ROMP: overnaads. ZWAARDEN: 2, met zwaardloper. ROER: aangehangen, met helmstok en vlaggestok. LUIKENKAP rond, 6 luiken op de den. VERBLIJVEN: roefje achter de luikenkap, met patrijspoort aan sb en bb. AAN/OP DEK: braadspil met stokanker, slaggaard, 2 riemen, watervat op achterdek, spil voor de grootschoot. LOSSE ONDERDELEN: bb en sb 3 houten fenders voor en 2 dito achter. SCHEEPSSIER: mastwortel, helmstok en roerkop versierd. VLAGGEN EN WIMPELS: rood/wit/ blauwe vlag aan vlaggestok op de achterkant van de helmstok, rood/wit/blauwe wimpel met scheerhout aan masttop. STANDAARD/VITRINE: standaard met opschrift: "schokkerkaag anno 1650".Geen voetreep bij sprietzeil. HISTORISCHE BIJZONDERHEDEN: Het model werd gemaakt naar tekeningen en beschrijvingen door Nicolaas Witsen, schilderijen en etsen door Abraham Storck, en tekeningen uit Zweeds bezit. (correspondentie G.R. Kruissink, directeur ZZM) Zweedse tekeningen in: Åke Classon Rålamb, Skeps Byggerij, deel X, Sjöhistoriska Museet, Stockholm. (bijlage bij brief, dd.18-5 1960, dhr. Kruissink aan de staatssecretaris) Is dit het boekje uit 1650, waarin de kaag voorkomt als "Hollandsk Cagh"? (brief, dd. 17-11 1959, dhr. Martein aan dhr. Boonenburg) DE MODELBOUWER: Dhr. J.B. Martein, Burgemeester Wentholtweg 8, Epse-Gorssel, geboren 1888, ging als 11-jarige jongen naar zee. In 1902-1903 voer hij met de stalen bark "Jeanice Woodside" uit Belfast, kapitein W.J. Woodside, eerst van Hull naar Adelaide met stukgoed, vervolgens in ballast naar New Castle (New South Wales), en van daar met kolen naar Antofagasta, en tenslotte met guano naar Hamburg. In 1916 werd dhr. Martein gezagvoerder bij de K.P.M. Hij overleed op 17-8 1963. [gegevens uit "De Blauwe Wimpel", verzameld door Bram Kleij].
Reacties