Datering
Maker
Lange schuit
Lange schuit of schietschuit. Een lang open schip, verwant aan de Westfriese schuiten en de tweepunterachtige schepen. Dit soort vaartuigen werd gebruikt voor het transport van tuinbouwproducten in de omgeving van Opperdoes.
Gedetailleerde beschrijving
Boerenboot. Lange schuit of schietschuit. Een lang open schip, verwant aan de West-Friese schuiten en de tweepunterachtige schepen. Het schip is lang en vrij smal en is op rechte stevens gebouwd. De grootste breedte is op ca 1/3 van de voorsteven. De bodem is recht, maar voor en achter licht opgebrand. De bodem is samengesteld uit 5 delen van verschillende breedtes. In het midden zit een smaller deel, daarnaast zit een breed en een deel dat de vorm van de bodem bepaald. De naden zijn recht. De voorsteven is recht en vallend. Deze staat op de kielplank. De doorsnede van de stevenbalk is rechthoekig en taps naar voren, met een sponning voor de zijden. Het voorstevenbeslag bestaat uit een plat-ronde strip vanaf de waterlijn tot over het stevenbord. Dit beslag is mogelijk later aangebracht. De steven stak vroeger waarschijnlijk boven het stevenbord uit en was afgewerkt zoals bij andere schuiten. Nu is steven gelijk met de bovenkant van het stevenbord. De achtersteven is gelijk aan voorsteven. De bovenkant van de achtersteven steekt boven het stevenbord uit en is rond afgewerkt. Het beslag (2x) voor de vingerlingen loopt over steven en een gedeelte van de huid. De zijden zijn opgebouwd uit een deel! Over de volle lengte van het vaartuig vormen twee delen de gehele zijde. Er zijn grote hatscheuren. Voor en achter is er een gillingstuk. De zijden zijn in het blik gezet. Voor en achter is er een stevenbord. De achterste loopt iets hellend en ligt op de zijde en steekt over boord uit. Het bord bestaat uit twee planken. In het midden is het ondersteund door een vierkant balkje en naar achteren is er later een steun naar de steven aangebracht. De onderkant is hier en daar opgeklampt in verband met zwakte. Een platronde strip loopt over de zijkant van; het stevenbord. Op het achterbord staan 2 ijzeren kikkers. Het voorstevenbord is op de zijde bevestigd. De vorm is rond en steekt over het boord uit. Op buitenkant van het bord zit een platronde strip, die ca 1 meter over het berghout loopt. Op het bord is een langwerpige klos aangebracht, waartegen het boeisel valt. Het bord bestaat uit twee gedeeltes. Op het bord is een eigen fabricaat handvat bevestigd. De beide borden zijn met houten pennen aan het boord bevestigd. Het boeisel is smal en staat in het midden vertikaal, maar voor en achter valt het licht naar binnen. Het boeisel loopt tot ca 1/2 m van achterkant. Over de volle lengte is een kroos aangebracht. Aan SB achter zit een reparatie. Aan de voorzijde was het boeisel met een accoladevorm afgewerkt, maar die is grotendeels versleten. Het boeisel staat op de zijde en is daarmee met schuin ingeslagen spijkers verbonden. De bodem is gekespt. Tussen stevens en 1e spant voor en achter geen kesp. Voor het 2e spant van achteren zit een hoosgoot, evenals achter 3e spant achter mastdoft. Ook voor de mastdoft zit een hoosgoot. De kespen zijn hier en daar vernieuwd. De oorspronkelijk wrangen zijn daardoor op veel plaatsen verdwenen. De oorspronkelijke kespen zijn met houten pennen aan de bodemdelen genageld. De reparaties zijn met (draad?)nagels vast gezet. Achter de mastdoft zijn er 13 inhouten. Van oorsprong waren er wrangen en spanten met vrij korte tenen op de bodem. De spanten zaten tegenover elkaar. De bovenkant is afgerond vanaf boeiselhoogte. De oorspronkelijke spanten waren evenals de wrangen ook boven de waterlijn met houten pennen vastgezet. Op de achterste spant is een lat aan SB met een werveltje om een schot op zijn plaats te houden. In de 2e spant van achter een steekt een pen schuin omlaag achterwaarts voor het beleggen van de schoot. In het 6e spant achter de doft is aan beide zijden een kram voor een ketting of landvast. Aan SB zijn er diverse spanten verdwenen. De mastdoft of zeilbank ligt op twee spantkoppen op gelijke hoogte met het boeisel. De mastkoker zit aan de voorkant van het doft en steekt boven doft uit. De mastkoker is bevestigd met twee hoeklijnen op de doft en met 2 strippen aan de voorkant van de doft. Een ijzeren mastklink is onderaan bevestigd, de bovenkant heeft een uitholling waar de mastpen in draait. De bovenkant is afgedekt met een ijzeren strip. Aan onderkant is de constructie weggerot. Het lijkt erop dat de koker in een mastspoor met een pen in een gat vast zat. Een houten schot geeft sterkte aan de grootspantconstructie. Het bestaat uit drie horizontale planken aan de achterzijde van mastdoft. Dit was waarschijnlijk vroeger bij de bouw een uitneembaar schot. Na het verzwakken van het schip is voor een vaste constructie gekozen. Voor de mastdoft zijn er 2 spanten. Totaal zijn er 17 spanten en twee banden in voor- en achterschip. In de kop is een band geplaatst onder het stevenbord. Het vaartuig is geheel geteerd. Er zijn geen verfsporen of kleuren te ontdekken. TEKENINGEN: Opmetingsschetsen (Twee afdrukken op A3) in dossier.
Reacties
Pieter Klein 5 maanden geleden
Mijn complimenten! Een mooi stukje werk. Meer foto's zouden natuurlijk welkom zijn, maar dit is al meer dan ik verwacht had.
Een vraagje: weet U misschien ook waarom het een schietschuit genoemd werd?
Met vriendelijke groeten
en nogmaals dank voor de informatie en de foto.
Pieter Klein, Amsterdam
Auteur, webmaster, 'Binnenvaarttaal'
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/