Datering
Maker Karl Friedrich von Wiebeking
Kaart van Den Helder en het Nieuwe Diep
De kaart toont de omgeving van Den Helder en het Nieuwe Diep in aanleg.
Gedetailleerde beschrijving
[Kaart van Den Helder en het Nieuwe Diep] / [K.F. von Wiebeking ; J.C. Eckhardt]. Schaal [ca. 1:9.000]. - [Darmstadt : Von Wiebeking und Kröncke, 1798-1805]. - 1 kaart : kopergravure ; 40.5 x 64 cm. - Kaart zonder titel. - De kaart toont de omgeving van Den Helder en het Nieuwe Diep (in aanleg). - Schaalstok van 200 Rhÿnl:Roeden [= 7,9 cm.] linksonder. - Middenonder drie profielen van dijken met een schaalstok van 400 Rheinl: Fuss. [= 6,4 cm.]. - De topografische namen in de Nederlandse taal, de overige in het Duits. Middenboven gedeeltelijk buiten het kader het bladnummer '47' in een ovaal kader. Rechtsboven buiten het kader 'Tab XII.'. - Op de versozijde is het volgende blad van de atlas vaag zichtbaar (bruggen). Carl Friedrich von Wiebeking en zijn 'Karte von den Provinzen Holland und Utrecht in VIII Blatt' Een bijzondere vondst De Nederlandse rijksmusea zijn op het ogenblik bezig met het registreren van de collecties. Deze inhaaloperatie, die onder de naam 'Deltaplan Cultuurbehoud' als een goedaardig virus door museumland woedt, levert soms wel eens een aardige vondst op. Dit was namelijk het geval tijdens het napluizen van ladenkasten in het prentenkabinet. Ik vond hier een onogenlijk mapje wat bij nader inzien een achttal op linnen geplakte kaarten bevatte. Bij nadere bestudering bleken de kaarten vervaardigd te zijn door de Duitse waterbouwkundige Carl Friedrich von Wiebeking (1762 - 1842). De kartografie en de kartografische weergave van het terrein heeft Wiebeking geleerd van Graf von Schmettau bij wie hij in de jaren '80 van de achttiende eeuw werkte aan de 16-bladige topografische kaart van Meckelenburg - Schwerin. Na die tijd stort hij zich op de waterbouwkunde als algemeen directeur van de Rijnverbetering te Darmstadt en later als directeur van de Beierse wegen- en waterbouw te München. Eén van zijn bekendste werken is wel de 'Theoretisch-prakti- sche Wasserbaukunst', die hij tussen 1798 en 1805 samen met Claus Kröncke uitgaf. Hierin geeft hij een samenvatting van de kennis op het gebied van de waterbouwkunst aan het einde van de 18de eeuw. Het historisch-kartografische belang van het werk zit in het grote aantal kaarten die in een aparte atlas- band bijgevoegd zijn. Om dit grote werk voor te bereiden ondernam Wiebeking in 1791 een reis naar Holland waarbij hij de belangrijkste waterbouw- werken bezocht en verschillende waterbouwingenieurs ontmoette. Daarnaast onderhield hij een groot net van correspondenten die hem materiaal maar ook vooral kaarten toezonden. In Holland waren dat ondermeer Christiaan Brunings (1735-1805) en zijn assistent Frederik Willem Conrad (1759-1808), baron Krayenhoff (1758-1840) en de waterbouwkundig ingenieur Jan Blanken (17551838). Ook maakte hij gebruik van de kaarten van de hoogheem- raadschappen en van de provinciekaarten van Holland en Utrecht. Wiebeking heeft in zijn vooral de Nederlandse rivieren in kaart gebracht waarbij hij ook grote delen van Noord- en Zuid- Holland en Utrecht vereeuwigde. Nog voor de publicatie van zijn 'Theoretisch-praktische Was- serbaukunst' bracht hij een aantal kaarten los op de markt, waarvan de 8-bladige kaart van Holland en Utrecht er één van is. Eén van de acht kaartbladen geeft een nauwkeurige weergave van Het Nieuwe Diep met Den Helder en omgeving op een schaal van 1:9.000. Het geheel is een goed en gedetailleerd kartografisch werk, waarbij opgemerkt moet worden dat niet iedereen de stijl van graveren zal kunnen bekoren. Von Wiebeking heeft er in ieder geval voor gezorgd dat heterogene Nederlandse kaarten tot een homogene overzichtskaart omgewerkt zijn op een schaal van 1:100.000. Wiebeking heeft zijn werk geheel uit eigen middelen betaald en hoopte dat het niet alleen zou aanslaan bij vakmensen maar dat het ook in bredere kring geraadpleegd zou worden. Wiebeking maakte zijn werk in de tijd van de Bataafse omwen- teling toen de toestand van de; rivieren kritiek was. In deze periode en ook in de periode daarvoor vonden er herhaaldelijk overstromingen plaats. Het rivierensysteem was niet in staat een regelmatige afvoer van water en 's winters van het gevorm- de ijs naar zee te waarborgen. Dit had te maken met de slechte toestand van de rivierbeddingen en met de onvolkomenheden in het totale rivierensysteem.; Na zijn pensionering heeft hij nog een aantal omvangrijke boeken over bouwkunde geschreven. Dat hij zich van zijn eigen genialiteit terdege bewust was blijkt uit het bijschrift op één van de kaartbladen uit 1795: 'Wer bis iert von diesen Provinzen, in allen Theilen, genauere Karte als diese herausgegeben hat Dem wird von dem Unterzeich- neten eine Summe von 500 Ducaten ausgezahlt. Wiebeking' Lit.: - Handleiding voor de studie van de topografische kaarten van Nederland 1750 - 1850 / Dr.Ir.C. Koeman. Groningen : J.B. Wolters, 1963. Geschiedenis van de kartografie van Nederland / Prof.dr.Ir. C. Koeman. - Alphen aan den Rijn : Cana- letto, 1983. - de Physique Existentie dezes Lands : Jan Blanken, Inspecteur-Generaal van de Waterstaat (1755 - 1838); / R.M. Haubourdin [et. al.]. - Amsterdam/Beetster- zwaag : Rijksmuseum/uitgeverij AMA boeken, 1987. - Die flusskartographischen Arbeiten von Carl Frie-drich v. Wiebeking : einem deutschen Kartographen unter niederländischem Einfluss / Paul van den Brink. - In: 4. Kartographiehistorisches Colloquium Karlsruhe 1988 / Wolfgang Scharfe [et al.]. - Berlin: Dietrich Reimer Verlag, 1990.
Reacties