Datering
Maker Geertje Zeeman-Visser
Halsdoek
Het doekje van de man (jongen) bestaat uit een lapje geruite katoen, de helft van een vierkant dat langs de diagonaal is doorgeknipt. Evenwijdig aan deze diagonaal worden vier plooitjes ingevouwen en vastgezet, of het doekje wordt opgerold en het ontstane rolletje platgeknepen. De propperige dikte die men bij deze wijze van "vouwen" verkrijgt, wordt vaak ondervangen door het afknippen van de punt die op de rug valt. Dit afknippen wordt soms zover doorgevoerd dat er van het eigenlijke doekje niet veel meer overblijft dan een strook van ongeveer 12 cm. Het doekje is uit de rouw gemaakt van een kleurig rood geruit katoentje. Voor bijzondere gelegenheden geeft men de voorkeur aan een antieke stof; veelal een uit Indie geimporteerd ruitje, het z.g. bontje. In de rouw is het halsdoekje donker geruit, groen, paars zwart, of gestreept. Bij zware rouw is het doekje echter geheel zwart. In 2004 kocht het Zuiderzeemuseum twee kinderkostuums aan van Geertje Zeeman-Visser. Zij maakte deze voor haar zoon Rudhy, die geboren werd in 1969. Het betreft een Pinksterkostuum (ZZM 023413 t/m 023422) en een Oranjekostuum (ZZM 023423 t/m 023437) voor een jongetje beneden de zes jaar, een jongetje "in de rokken". Sommige onderdelen daarvan zijn nieuw gemaakt, andere zijn erfstukken. Van deze kostuums en kostuumonderdelen is relevante informatie vastgelegd. Kleine stukjes kant zijn bijvoorbeeld hergebruikt voor onderdelen van een muts, en antieke of oude kledingstukken zijn verknipt om er nieuwe van te maken. Hoewel de twee kinderkostuums in deze combinatie alleen gedragen zijn tussen 1969 en 1975, geven ze een mooi beeld van hoe in de Marker samenleving kledingstukken en textiel een bijzondere betekenis konden hebben en soms generaties lang in gebruik bleven.
Halsdoekje voor jongen. driehoekig rood/wit geruit katoen, bovenkant niet gezoomd. Onderdeel van (Pinkster)kostuum (23413 t/m 23424) voor een jongetje beneden de zes jaar.
Reacties