Open plein of veld waar vee, levensmiddelen en andere koopwaar uitgestald en verhandeld worden, voor een groot deel in kramen en hallen ( (zie) markthal). Uit markten hebben zich steden ontwikkeld. Dat kon geheel zelfstandig gebeuren, dan wel onder bescherming van een heerlijke burcht of in strijd tegen een dergelijke burcht, of onder bescherming van een geestelijke immuniteit (kathedraal, abdij). Naar de markt richtten zich aanvankelijk verkeerswegen. De plattegrond van m.e. steden wordt voor een belangrijk deel bepaald door de wijze waarop die wegen op elkaar aansloten (rechthoekige, driehoekige, aaneengesloten markten). Zoals elk ander plein kon de markt door een galerij omgeven zijn. Ook omgaven gildehuizen het plein (Brussel) en diende zij voor feestelijkheden. (Haslinghuis)
Reacties