Tuinen als groen erfgoed zijn cultuurhistorisch waardevolle begrensde terreinen met een sier- of nutsfunctie. Tuinen zijn beplant, vaak ontsloten door paden en liggen meestal in de nabijheid van een huis. Nederlandse tuinen tussen 1700 en 1900 lagen ook buiten de stadssingels of wallen als buitentuin of speeltuin. In het Middel-Nederlands betekent tuyn of tuen vlechtwerk van teen, de omheining. (Haslinghuis)Gardens as green heritage are cultural-historically valuable bounded areas with an ornamental or utility function. Gardens are planted, often accessed by paths and usually located near a house. Dutch gardens between 1700 and 1900 were also located outside city enclosures or ramparts as outdoor gardens or playgrounds. In Middle Dutch, tuyn or tuen means wickerwork of toe, the enclosure. (Haslinghuis)
Vogel
De klasse van gewervelde dieren die gewoonlijk tweevoetig en warmbloedig zijn, eieren leggen met een harde schaal en een grote dooier, en vaak in bomen leven. Doorgaans hebben ze veren, holle botten, voorste ledematen die geschikt zijn om mee te vliegen (hoewel sommige vogelsoorten hun vermogen om te vliegen zijn kwijtgeraakt), achterste ledematen waarmee ze kunnen lopen en op takken kunnen zitten, een hart met vier kamers, scherpe ogen, een hoornen snavel zonder tanden en een grote gespierde maag. Vogels zijn geëvolueerd uit theropoden, een orde van vleesetende dinosauriërs. (AAT)
Reacties