Datering

Puntbreel

Brelen zijn de tonnetjes die de haringnetten op hun plaats hielden als ze waren uitgezet in zee. Aan de puntbreel was een stok met een vlag gebonden. Zo werd zichtbaar hoe de netten waren uitgezet. De puntbrelen werden vaak voorzien van de initialen van reders.

Zwart geverfde drijfboei voor haringwant. Noordzee visserij.

Identificatie
Titel
Puntbreel
Objectnummer
000455
Objectcategorie
Gereedschappen
Objecttype
  • puntbreel
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-3538
Over
Onderwerpen
  • Visserij
    Het beroepsmatig of als ontspanning vangen van vis. (AAT)
  • Haringvisserij
    Ter haringvangst gaan, zowel op de Zuiderzee als de Noordzee.1) zeevisserij: een rechthoekig, verticaal in het water zwevend visnet; meerdere drijfnetten aan elkaar worden verbonden tot een vleet waarmee zij met het schip zijn verbonden en vormen een verticaal in zee staand (niet gesleept) lang netgordijn; de vismethode is erop gebaseerd dat de vis zich in de mazen van het net verstrikt tijdens het opzwemmen; is eeuwenlang een belangrijke methode van haringvisserij geweest.2) binnenvisserij: driewandig net (tussen twee laddernetten met wijde mazen is een fijnmazig net, de boezem); een stroomopwaarts zwemmende vis drukt de boezem door de ladermazen en vormt aldus een zak waarin hij gevangen raakt; werd veel gebruikt voor de vangst van trekvissen (zalm, elft, fint).
Werk
Hoogte
84.0 cm
Lengte
25.5 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • ijzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 5 juli 1949
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Noordzee
  • Oudeschild
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Picturae

Trefwoorden