Voorstellingen met havens aan zee of in een rivier als hoofdonderwerp. (MARDOC)
Stads- en dorpsgezicht
In de Erfgoedwet staan stads- en dorpsgezichten omschreven als: 'Groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden'.Een beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied binnen een stad of dorp met een bijzonder cultuurhistorisch karakter. Door deze bescherming blijft het cultuurhistorische karakter behouden. In Nederland zijn er ruim 450 van deze beschermde gebieden.Groepen van onroerende zaken, van algemeen belang vanwege hun schoonheid, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden
Botter
Een middelgroot vissersschip met een relatief hoge voorsteven en een laag open achterschip. (Licht aan boord (2010))Vissersvaartuig van vooral het zuidelijke deel van de Zuiderzee. Viste in het bijzonder met sleepnetten en met kuilnetten. De botter had een licht V-vormig vlak met een even uitspringende kiel, hoekige kimmen en een bol openvallend, gladboordig beplankt boord. De lichtgebogen voorsteven viel vrij sterk naar voren, de rechte achtersteven had een nogal sterke valling. Het voorschip was bol, maar niet vol gebouwd en sterk geveegd, evenals het slank gebouwde achterschip. De botter had een hoge kop. Het voorschip was gedekt tot aan de mast. Daarachter bevindt zich het ruim waarin bij visbotters een grote bun stond. Botters hadden verschillende kenmerken naargelang hun herkomst. (MARDOC)
Fabriek
Gebouw of gebouwencomplex waar grondstoffen tot producten verwerkt worden. In het algemeen als utiliteitswerk architectonisch sober behandeld. In XIX begon in Engeland de serieproductie die tot de industriële revolutie leidde. Voor het maken van fabrieken werd veel van gietijzeren draagconstructies gebruik gemaakt. In XX hebben architecten zich er op toegelegd grote fabrieken tot een voorwerp van functionalistische schoonheid te maken in de geest van het (zie) Nieuwe Bouwen of de Nieuwe Zakelijkheid. Voorbeeld: de werken van A. en G. Perret, Mallet Stevens, Le Corbusier, Freyssinet in Parijs, Brinkman en Van der Vlugt in Rotterdam, E. Mendelssohn en H. Poelzig in Berlijn, Vesnin en Sobolev in Rusland. (Haslinghuis)
Reacties