Nederlands vissersvaartuig dat in de tweede helft van de 19e eeuw is ontwikkeld rond het noorden van de Zuiderzee en de Waddeneilanden. Op het einde van de 19e eeuw werden ze ook gebruikt voor de visserij op de Maasvlakte en de Noordzee, op de Zeeuwse stromen en voor de Vlaamse kust. De blazer was een zwaargebouwd kielschip met een plat vlak en hoekige kimmen, een volle, zware romp, waarvan het achterschip gepiekt was. De voorsteven was gebogen en vallend, de achtersteven recht en vallend. In het ruim achter de mast was gewoonlijk een bun gebouwd. (aatned.nl)
Ijsgang
Het zich-bewegen van drijfijs op de stroom of het tij, kruiend ijs.
Kustlandschap
Landschap, landstreek aan de kust; stroken land die grenzen aan grote watermassa's.
Winter
Meestal het koudste seizoen van het jaar, tussen herfst en lente. (AAT)
Reacties