Datering
Maker onbekend

Hoogeveen Schutstraat Hasselter aak

Een lege Hasselteraak wordt door de geopende brug gezeild en tevens geboomd om het schip door de brug te krijgen. Het stokanker hangt voor de boeg.

Identificatie
Titel
Hoogeveen Schutstraat Hasselter aak
Objectnummer
F023376
Objectcategorie
Fotocollectie
Objecttype
  • prentbriefkaart
    Briefkaarten met een picturale afbeelding aan een kant. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-40791
Over
Onderwerpen
  • Hasselter aak
    Zeilend vrachtschip van het type aak. Vrij vol van bouw, ronde vormen, achter ontbreekt de heve, weinig zeeg, het boeisel valt op het achterschip iets naar binnen, verder staat het in lijn met de rest van de romp. Ongeveer sinds 1885 en dus voornamelijk in ijzer of staal gebouwd. Aanvankelijk misschien met paviljoen, later een roef- of dekschip met lengtes tot boven de twintig meter. (De Binnenvaart)
  • Zeil
    Een zeil is een doek op een schip dat bedoeld is om de kracht van de wind te vangen en om te zetten in een voortstuwende kracht voor het schip. De stand van het zeil ten opzichte van het schip is vaak verstelbaar, zodat ondanks verschillende invalshoeken van de wind toch een efficiënte voortstuwing kan worden verkregen. Met een zeil wordt het eigenlijke doek bedoeld. Het geheel van masten, touwwerk en zeilen heet tuigage of tuig. De vorm van de zeilen is afhankelijk van de gevoerde tuigage en de plaatsing van het zeil. (Wikipedia) De doeken die t.b.v. het windvangen voor het hekwerk wordt gespannen. (Molenwoordenboek B.D. Poppen)Zeil aan de achterste mast, die bezaansmast heet. (Flevobericht 323 (1991))Een zeil is een doek op een schip dat bedoeld is om de kracht van de wind te vangen en om te zetten in een voortstuwende kracht voor het schip. De stand van het zeil ten opzichte van het schip is vaak verstelbaar, zodat ondanks verschillende invalshoeken van de wind toch een efficiënte voortstuwing kan worden verkregen. Met een zeil wordt het eigenlijke doek bedoeld. Het geheel van masten, touwwerk en zeilen heet tuigage of tuig. De vorm van de zeilen is afhankelijk van de gevoerde tuigage en de plaatsing van het zeil. (Wikipedia)
  • Brug (bouwwerk)
    Vaste of beweegbare verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water, een kloof, dal of lage weg van elkaar zijn gescheiden. Materiaal: hout, steen, ijzer, staal of gewapend beton.Houten bruggen zijn vast of beweegbaar. De vaste bruggen bestaan uit een op balken getimmerd en van leuningen voorzien plankier dat, naarmate de spanwijdte groter is, door meer jukken ondersteund wordt: balk- of liggerbrug. Om het mogelijk te maken dat een schip een dergelijke brug doorvaart zonder dat de mast gestreken hoeft te worden, werd er soms een (zie) oorgat in gemaakt.Ter bescherming tegen weersinvloeden, ook als defensiemiddel, werden bruggen soms overdekt (c. 1300 Doornik; 1333 Luzern, XVI Bern).Tot de beweegbare bruggen behoren:–#klap- of ophaalbrug. Hierbij is het dek, de val of klap, aan één zijde scharnierend opgehangen. De klap kan worden opgehaald en neergelaten. De oudste vorm is te vinden aan burcht- en vestingpoorten. De klap wordt met kettingen, die over katrollen lopen, van binnen uit de poort opgehaald en fungeert dan tegelijk als afsluiting van de poortopening. Bij een latere vorm die zowel aan poorten als vrijstaand voorkomt, hangt de klap met kettingen aan de uiteinden van sprieten, die op de poortmuur of op een (zie) hameipoort liggen en aan de andere zijde verbonden zijn door een tegenwicht. Het geheel ligt in balans.–#draaibrug. Deze draait horizontaal. Het draaipunt ligt op ongeveer een derde van de lengte van de brug. De achterzijde is ook hier verzwaard. –#rolbrug. Deze wordt op rollen horizontaal over de opening geschoven.Bij stenen bruggen wordt het wegdek gedragen door één of meer bogen. De Romeinen waren de eersten die booggewelven voor bruggenbouw gebruikten. Bij (zie) aquaducten komen overspanningen voor tot c. 30 m. Uit 1185 dateert de brug van Avignon, die ellipsbogen heeft. Hier en elders gaf men de pijlers aan de zijde van waar het water komt een wigvormige uitbouw om de stroom te breken. Sinds XIII krijgen de bogen soms de spitse vorm, vooral in Spanje en Zuid-Frankrijk (Moorse invloed). Later kwam de vorm van de korf- en de segmentboog. De middelste boog is vaak breder dan de andere en de bogen klimmen, zodat het brugdek naar het midden stijgt. De rondbogige doorgang blijft door alle tijden toegepast. In een boog aan een van de oeverzijden bracht men wel eens schepraderen aan om een molen te drijven. Op de brug is soms een kapelletje voor de schutspatroon, elders een beeld van de ‘bruggenheilige’ Johannes Nepomuk (die in 1393 in Praag van de Karelsbrug in de Moldau werd geworpen). In het m.e. gesloten stadsbeeld past de brug die met (deels over het water hangende) huizen is bebouwd: Ponte Vecchio te Florence, Rialto-brug te Venetië, Pont au Change en Pont Notre Dame in Parijs, High Bridge te Lincoln.Bij sommige kastelen in Utrecht treft men in XVII een brug aan met een loopvlak boven en onder, (zie) Utrechtse brug.De defensie van een belangrijke rivierovergang bestond uit de plaatsing van een toren met poortdoorgangen op de bruggenhoofden of midden op de brug. Aan de veldzijde werd een (zie) barbacane voorgeschoven. Voorb.: Cahors (1308), Loirebrug bij Tours, Donaubrug te Regensburg (c. 1140). De Maasbrug te Maastricht had oorspr. op elk hoofd een vierkante toren en haar meest oostelijke boog was tot 1827 van hout, dus makkelijk te verwijderen. Het stadsbeeld van vele steden in de Nederlanden wordt bepaald door de stenen boogbruggen: Alkmaar, Amsterdam, Brugge, Delft, Leeuwarden, Leiden, Utrecht. De beperkte doorvaartmogelijkheid maakte soms een afwisseling met ophaalbruggen nodig.De brug kan ook opgehangen worden aan kabels of kettingen aan twee hoofdjukken aan de uiteinden, hangbrug. Sedert XXb wordt van deze techniek veelvuldig gebruik gemaakt voor grote verkeersbruggen in staal en beton.De Iron Bridge bij Coalbrookdale in Engeland (1779) was de eerste boogbrug die in ijzer werd geconstrueerd. Sedertdien zijn talrijke bruggen in giet- en smeedijzer, staal en in gewapend beton gebouwd. Hieronder behoren basculebruggen (met een tegengewicht aan de achterzijde van de klap) en hefbruggen, waarbij het brugdek tussen vier torens omhoog wordt gehesen.Niet geheel aan de definitie die aan het begin is gegeven, voldoet de (zie) luchtbrug, een verbinding tussen de verdieping van twee afzonderlijke gebouwen of vleugels. Voorb.: overdekte gang tussen slot en Hofkirche te Dresden (XVIII), de Brug der Zuchten tussen het Dogenpaleis en de naastgelegen gevangenis te Venetië. (Haslinghuis)
  • Anker (scheepsuitrusting)
    Toestel om een schip aan de bodem van een vaarwater vast te leggen.
Vervaardiging
Maker
  1. onbekend ()
Datering
Aankoop & Licentie
Verworven
schenking
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Bergen (Noordholland)
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
d/Arch

Trefwoorden