Een kanaal is een gegraven waterweg van enige omvang, meestal bestemd voor de scheepvaart. (Leestekens)
Klipper
Zeilend ijzeren of stalen vrachtschip met een S-vormige stafsteven, uitwaaierend voorschip en een geveegd achterschip met doorgestoken roer.
IJzeren of stalen binnenschepen die de naam en enige kenmerken van de zeeclippers hebben en tegen het einde van de 19e eeuw in Nederland en Belgie in de vaart kwamen. Men onderscheidt de eenmast- en de tweemastrivierklipper. (De Binnenvaart/MARDOC)
Tjalk
Nederlands, rondgebouwd, gestrekt vrachtschip met volle boegen, vlakke bodem en geringe diepgang. Vaargebied: binnenwateren, beperkte kustvaart.Originally Dutch round-built, stretched cargo ship with full bows, strongly curved bilges, flat bottom and shallow draught. Intended for transportation of goods by inland waterways and sometimes coastal navigation. (AAT)Dutch, round-built, stretched cargo ship with full bows, flat bottom and shallow draft. Sailing area: inland waters, limited coastal navigation.Van origine Nederlands rondgebouwd, gestrekt vrachtscheepje met volle boegen, sterk gekromde kimmen, vlakke bodem en geringe diepgang. Bestemd voor het vervoer van goederen door binnenwateren en soms kustvaart. (AAT)
Reacties