Datering

Bestek in montuur

Reisbestek bestaande uit een mes en een vork

Reisbestek bestaande uit een mes (a) en een vork (b) met heften van hout en tin. Het lemmet van het mes en de tanden van de vork zijn van ijzer. Op het lemmet van het mes staat een merkteken. In een etui (c) van leer met een montuur van tin dat ingedeeld is in 4 compartimenten.

Identificatie
Titel
Bestek in montuur
Objectnummer
005000
Objectcategorie
Huisraad
Objecttype
  • tafelbestek
    Het (tafel)bestek is het eetgerei, de vork, de lepel en het mes dat gebruikt wordt om mee te eten en om de maaltijd op te dienen. In oosterse landen is het gebruikelijk om met stokjes te eten, maar het is in de westerse wereld niet gebruikelijk om eetstokjes als bestek aan te merken. In Europa werd tot in de Middeleeuwen enkel met mes en lepel gegeten. Pas vanaf de Renaissance begon in Italië ook het gebruik van een vork in zwang te raken. De Romeinen kenden reeds het gebruik van dienvorken om vlees op te dienen, maar niet een individueel tafelvork.
  • mes (culinair gereedschap)
    Gebruiksvoorwerp bestaande uit een aan één zijde gescherpt lemmet in een heft, met of zonder punt. (ABR)Utensil consisting of a blade sharpened on one side in a handle, with or without a point. (ABR)
  • vork
    Keukengerei, voor het bereiden, opdienen of nuttigen van voedsel, met twee of meer tanden aan een steel. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-6860
Werk
Lengte
14.5 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • ijzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • leer (dierlijk materiaal)
    Leer is een dierenhuid die gelooid is met stoffen die ervoor zorgen dat de collageenstructuur zich onderling verbindt en stabiliseert. Looistoffen kunnen plantaardig van oorsprong zijn (bijvoorbeeld eikenrun) van minerale oorsprong (bijvoorbeeld chroomzouten) of vetten of oliën die in de huid gewerkt worden. Het looien verandert het leer onomkeerbaar.Leather is an animal hide tanned with substances that cause the collagen structure to interconnect and stabilize. Tanning agents can be vegetable in origin (e.g. oak run) of mineral origin (e.g. chromium salts) or fats or oils worked into the hide. Tanning irreversibly changes the leather.
  • tin
    Pewter is een legering van tin (80-90%) met lood (20-10%), tegenwoordig met antimoon.Pewter is an alloy of tin (80-90%) with lead (20-10%), nowadays with antimony.
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 11 november 1954
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Groningen
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen

Trefwoorden