Datering
Maker Onbekend

Breeuwhamer van Michiel Tromp Visser (1838-1911).

Houten hamer met een dikke kop met naar onder toelopende kanten.
De hamer is als breeuwhamer gebruikt door Michiel Tromp Visser, geboren in 1838 en overleden in 1911. Met de dikke korte hamerkop is het geen breeuwamer van het gebruikelijke type. Dit type hamer wordt meer gebruikt bij het werken met beitels door bijvoorbeeld timmerlieden, beeld- en steenhouwers.
Een meer gebruikelijke breeuwhamer is een hamer met een langwerpige harde tweezijdige kop. De steel was van harsvrij hout om blaren van het langdurige breeuwen te voorkomen. De kop was meestal van palmhout verstevigd met stalen ringen en vaak voorzien van klinkbouten door de kop om splijten te voorkomen. Veel breeuwhamers hebben langwerpige sleuven en gaten door de kop. De harde kop en deze sleuven gaven een specifieke klank. Iedere hamer had een eigen klank en volgens Sopers kon "het geoefend oor van den werfbaas .. daaraan hooren of de verschillende timmerlieden ijverig met hun werk bezig waren"
literatuur: - P.J.V.M. Sopers, Schepen die verdwijnen (Amsterdam 1974) p. 36

Identificatie
Titel
Breeuwhamer van Michiel Tromp Visser (1838-1911).
Objectnummer
FSM-1977-147
Objecttype
  • Breeuwhamers
    Houten hamers met lange koppen die worden gebruikt om op breeuwijzers te slaan. (AAT-Ned)
  • Hamers
    Hamer met houten steel en tegenover het hamereind een bijlvormig deel, waarin een uitkeping voor het uittrekken van spijkers. (Van aaks tot zwei)Werktuig om te slaan of te kloppen. Het bestaat uit een houten of ijzeren blok dat langwerpig, kubisch of samengesteld van vorm is. Loodrecht erop is een steel bevestigd. Verschillend van vorm, naar gelang het voor timmeren, leidekken, steenhouwen, bikken, smeden, pletten enz. gebruikt wordt. Zie ook tekening leidekkersgereedschap. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000000089
Werk
Lengte
19.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden