Datering
Maker Onbekend

Enkelschijfs blok, afkomstig van een zeetjalk.

Blok. Eén vernieuwde eikenhouten schijf. Buitenbeslag. Eén haak over schijf. Geen hondsvot.
Het blok is afkomstig van een zeetjalk.

Identificatie
Titel
Enkelschijfs blok, afkomstig van een zeetjalk.
Objectnummer
FSM-1981-003
Objecttype
  • Blokken
    Blokken is het aan elkaar kleven van tegen elkaar liggende windingen van een band.
  • Tuigage
    Alles wat dient om een schip op te tuigen, het rondhout, touwwerk en de zeilen van een schip. Wordt ook wel want genoemd.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000001973
Over
Onderwerpen
  • Zeetjalken
    Zeetjalk soort Groninger tjalk, gebouwd voor de vaart op zee. Vaak onder klasse gebouwd of direct na de bouw ter inspectie aangeboden. De zeetjalk is vaak wat groter en robuuster en heeft een iets zwaardere bouw en een duidelijk hogere kop, dan de Tjalk van de algemene vaart. Vaak voorzien van vaste waterborden op voor-, en soms ook achterschip en wandelspieren langs de zijden. Meest voorkomende maten tussen de 23 en 25 meter lang, rond de vijf meter of iets meer breed en 1,8 tot twee meter hol. (De Binnenvaart)
  • Tjalken
    Nederlands, rondgebouwd, gestrekt vrachtschip met volle boegen, vlakke bodem en geringe diepgang. Vaargebied: binnenwateren, beperkte kustvaart.Originally Dutch round-built, stretched cargo ship with full bows, strongly curved bilges, flat bottom and shallow draught. Intended for transportation of goods by inland waterways and sometimes coastal navigation. (AAT)Dutch, round-built, stretched cargo ship with full bows, flat bottom and shallow draft. Sailing area: inland waters, limited coastal navigation.Van origine Nederlands rondgebouwd, gestrekt vrachtscheepje met volle boegen, sterk gekromde kimmen, vlakke bodem en geringe diepgang. Bestemd voor het vervoer van goederen door binnenwateren en soms kustvaart. (AAT)
Werk
Breedte
9.0 cm
Hoogte
40.0 cm
Lengte
21.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden