Datering
Maker G.S. Ruiter
Een paar koninginneschaatsen van het merk G.S. Ruiter, Akkrum met een paar hoge leren schoenen.
Een paar koninginneschaatsen (= Vissering-Ruiterschaats) Friese doorlopers met koperen voetplaat en voorzien van brede lederen riemen). Met hoge, bruin lederen schaatsschoenen (C en D).
Geert Ruiter (1861-1916) nam in 1889 de schaatsenfabriek van zijn vader Geert Stevens Ruiter te Akkrum over. Hij had goede contacten met mr. Gerard Vissering, met wie hij nieuwe modellen ontwierp. Het meest bekend werd de Vissering-Ruiter-schaats, een schaats met koperen voetplaten, die later bekend werd als koninginneschaats. Door een verschil van mening over de bedrijfsvoering met medefirmant Johannes de Jong (1860-1925) verliet Geert Ruiter in 1901 Akkrum en vestigde zich in Bolsward. In 1905 werd er een grote fabriek gebouwd. Voor de financiering werd de N.V. Ruiters Schaatsenfabriek en Grofsmederij opgericht. Drijvende kracht hierachter was mr. G. Vissering, directeur van de Amsterdamsche Bank (liefhebber van schaatsen en ontwerper van nieuwe modellen). Het werd één van de vier grote schaatsenfabrieken van Friesland (naast G.S. Ruiter te Akkrum, J. Nooitgedagt te IJlst en A.K. Hoekstra te Wergea). Bij het overlijden van Geert Ruiter in 1915 werd de vennootschap ontbonden. De fabriek werd in 1916 afgebroken. Zoon Dirk Ruiter (1884-1940) begon in 1918 weer een kleine schaatsenmakerij in Bolsward. Hij maakte gebruik van de merken van zijn vader. Rond 1925 waren er rond vijftien personeelsleden. Na het overlijden van Dirk Ruiter in 1940 werd het bedrijf gesloten.
De koninginneschaats is zo genoemd omdat koningin Wilhelmina graag op schaatsen van dit type schaatste. In 1895 vertegenwoordigde J. de Jong Rzn, de firma G.S. Ruiter op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam. Koningin Wilhelmina bezocht de tentoonstelling en liet in het zelfde jaar de firma Ruiter een paar luxe schaatsen maken van het Vissering-Ruitertype: de ijzers waren gebruneerd, de schaatshouten waren van gepolitoerd mahoniehout, de voetplaten waren van vernikkeld en gegraveerd metaal en het leren montuur was oranje gekleurd. In 1998 en in 1900 liet de koningin opnieuw schaatsen maken bij de firma Ruiter. Ruiter mocht zich voortaan hofleverancier noemen. Ook andere schaatsenmakers brachten nu dit model op de markt, en wel onder de naam Koninginneschaats. Het type verkocht goed. De brede voetplaten zorgden ervoor dat mensen met slappe enkels minder wankel op de schaatsen stonden.
literatuur:
- W. Blauw (e.a.) Friese schaatsenmakers (Franeker, 1994) pp. 71-72.
Reacties