Datering
Maker G.S. Ruiter
Een paar koninginneschaatsen van het merk G.S. Ruiter, Akkrum.
Een paar verbeterde koninginneschaatsen of Vissering-Ruiterschaatsen. Friese doorlopers met veiligheidskrul, met metalen voetplaat en brede lederen riemen.
Albert Wedman had een scheepswerf in Akkrum, bekend door zijn ontwerp van de akkrumer jol. Hij leverde ook schaatshouten aan diverse schaatsenmakers in Akkrum, zo ook aan G.S. Ruiter. Toen de verbeterde koniginneschaats werd ontwikkeld, maakte Wedman ook een paar van deze schaatsen voor zijn vrouw die last had van zwakke enkels.
Geert Stevens Ruiter (1820-1891) was de grondlegger van de schaatsenfabriek Ruiter te Akkrum. Na smid te zijn geweest in Terherne en Echten vestigde hij zich in 1861 in Akkrum. Hij maakte er als nevenaktiviteit schaatsijzers. In 1889 nam zoon Geert Ruiter (1861-1916) het bedrijf over. Hij breidde het aanzienlijk uit. Hij had goede contacten met mr. Gerard Vissering, met wie hij nieuwe modellen ontwierp. Bekend werd de Vissering-Ruiter-schaats. die later bekend werd als Koninginneschaats. Door een verschil van mening over de bedrijfsvoering met medefirmant Johannes de Jong (1860-1925) verliet Geert Ruiter in 1901 Akkrum en vestigde zich in Bolsward. De Jong zette het bedrijf in Akkrum voort onder de naam firma G.S. Ruiter. Naast schaatsen werden er ook melkbussen en koperwerk gemaakt. In 1920 werd de firma een naamloze vennootschap. Er werkten rond de 25 man bij dit bedrijf. In 1929 werd Tjeerd Dijkstra (1892-1963) directeur. Hij wist met veel moeite het bedrijf de crisis en de Tweede Wereldoorlog door te loodsen, mede ook door andere producten te maken. In 1948 werd de door Abe Willemsma (1919 - ) ontwikkelde hoge noor in productie genomen. Willemsma werd in 1963 directeur. Door concurrentie van noren uit Japan was hij genoodzaakt in 1970 het bedrijf te sluiten.
De koninginneschaats is zo genoemd omdat koningin Wilhelmina graag op schaatsen van dit type schaatste. In 1895 vertegenwoordigde J. de Jong Rzn, de firma G.S. Ruiter op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam. Koningin Wilhelmina bezocht de tentoonstelling en liet in het zelfde jaar de firma Ruiter een paar luxe schaatsen maken van het Vissering-Ruitertype: de ijzers waren gebruneerd, de schaatshouten waren van gepolitoerd mahoniehout, de voetplaten waren van vernikkeld en gegraveerd metaal en het leren montuur was oranje gekleurd. In 1998 en in 1900 liet de koningin opnieuw schaatsen maken bij de firma Ruiter. Ruiter mocht zich voortaan hofleverancier noemen. Ook andere schaatsenmakers brachten nu dit model op de markt, en wel onder de naam Koninginneschaats. Het type verkocht goed. De brede voetplaten zorgden ervoor dat mensen met slappe enkels minder wankel op de schaatsen stonden.
literatuur:
- W. Blauw (e.a.) Friese schaatsenmakers (Franeker, 1994) pp. 71-72.
Reacties