Datering
Maker Daniel Meißner

Gravure, gezicht op Sneek, met op de voorgrond een kloek met kuikens.

Kopergravure. Gezicht op de stad Sneek. Op de voorgrond een kloek met kuikens. Opschriften: 'Christus probos tuetur / Zneeck in Frieslandt'. en 'Ut gallina suos pullos, quo tempore milvus / Instruit insidias, homines sic salvat Jesus. / Wie die Kluckhenn ihr Jungen freij / Mit streit beschirmet vor dem Meijh / So unser heyland Jesus Christ / Der frommen ihr beschützer ist'.
De gravure is afkomstig uit 'Thesaurus Philopoliticus (politische Schatzkästlein)' van Daniel Meißner (Frankfurt a/M, 1623-1631). In deze bundel zijn 830 prenten van steden in Europa op genomen. Het gezicht op Sneek is gefantaseerd; de hoeveelheid, de vorm en de situering van kerken, torens, poorten en molens komen niet overeen met de werkelijkheid. De afbeelding is gebaseerd op een gravure uit 1617 van Pierre du Keere en Pierre du Mont (objectnr. E-436) Het beeld van de kloek met de kuikens is door het Old Burger Weeshuis gebruikt als beeldmerk van de zorg voor de wezen en voor het belang van de stad. Het is ondermeer toegepast in een gevelsteen in het Kleine Weeshuis aan de Kruizebroederstraat.
Literatuur: - Leonhardt Kraft en Fritz Hermann, Thesaurus Philopoliticus (Herdruk, Heidelberg, 1927) - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1964-1965, pp. 54-86 - Jaarverslag Fries Scheepvaart Museum 1955 - Sneek, Beeld van een stad (Drachten, 1985), p. 29 - Sneeker Nieuwsblad 15 sept. 1969.

Identificatie
Titel
Gravure, gezicht op Sneek, met op de voorgrond een kloek met kuikens.
Objectnummer
FSM-E-021
Objecttype
  • Kopergravures
    Gravures waarbij de afbeelding is gesneden in een koperen plaat. (AAT-Ned)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000008902
Over
Onderwerpen
  • Sneek
Werk
Hoogte
10.0 cm
Lengte
14.3 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Daniel Meißner
Datering
Materiaal
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden