Datering
Maker Pieter van der Keere

Gravure, gezicht op Sneek, met op de voorgrond de Geeuw.

Kopergravure, ingekleurd. Gezicht op de stad Sneek. Boven de gravure het opschrift "SNECA"en het nummer 251. In de voorstelling een blanco wapenschild met daaronder het opschrift "ZNEECK". Op de voorgrond de Geeuw, met daarin een zeilschip. Centraal de ommuurde stad. In de stadsgracht een zeilschip met gestreken mast. Verso: tekst in het Latijn getiteld 'Descriptio Sneca'.
Afgezien van zestiende-eeuwse plattegronden, is deze kopergravure uit 1617 de oudste afbeelding van de stad Sneek. Het gezicht op Sneek vanuit het westen maakte deel uit van een groot aantal stadsgezichten, die opgenomen waren in een in 1617 bij Joannes Janssonius te Arnhem uitgegeven Franse editie van Guiccardini’s Description de touts les Pays Bas. De “pourtraites de villes” werden vervaardigd door Pierre du Keere (Pieter van de Keere) en voorzien van “additions remarquables” door Pierre du Mont (Petrus Montanus). De tekenaars/graveurs waren, evenmin als in de andere door hen uitgebeelde steden, ooit in Sneek geweest. Ze baseerden zich op de minder nauwkeurige stadsplattegronden van Frans Hogenberg en Georg Braun uit 1588. Dat de tekenaar niet in Sneek is geweest blijkt ondermeer uit het ontbreken van de Waterpoort (gebouwd in 1613), uit het ontbreken van de Kolk (in de 16de eeuw gegraven), uit de weergave van de Martinikerk (afgebeeld met één toren in plaats van drie) en uit het feit dat de Gruitersmastins nog is afgebeeld, terwijl die in 1611 al was gesloopt. Enkele jaren later was de afbeelding van du Keere en du Mont het voorbeeld voor de gravure van Sneek in de 'Thesaurus Philopoliticus (politische Schatzkästlein)' van Daniel Meißner (Frankfurt a/M, 1623-1631).

Identificatie
Titel
Gravure, gezicht op Sneek, met op de voorgrond de Geeuw.
Objectnummer
FSM-2022-127
Objecttype
  • Kopergravures
    Gravures waarbij de afbeelding is gesneden in een koperen plaat. (AAT-Ned)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000026192
Over
Onderwerpen
  • Sneek
Werk
Hoogte
15.7 cm
Lengte
23.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Pieter van der Keere
Datering
Materiaal
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden