Datering
Maker J. Nooitgedagt
Een paar verbeterde koninginneschaatsen van het merk J. Nooitgedagt, IJlst.
Een paar verbeterde koninginneschaatsen (= Vissering-Ruiterschaats). Friese doorlopers met koperen voetplaat en voorzien van brede lederen riemen. Compleet montuur.
De koninginneschaats is zo genoemd omdat koningin Wilhelmina graag op schaatsen van dit type schaatste. In 1895 vertegenwoordigde J. de Jong Rzn, de firma G.S. Ruiter op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam. Koningin Wilhelmina bezocht de tentoonstelling en liet in het zelfde jaar de firma Ruiter een paar luxe schaatsen maken van het Vissering-Ruitertype: de ijzers waren gebruneerd, de schaatshouten waren van gepolitoerd mahoniehout, de voetplaten waren van vernikkeld en gegraveerd metaal en het leren montuur was oranje gekleurd. In 1998 en in 1900 liet de koningin opnieuw schaatsen maken bij de firma Ruiter. Ruiter mocht zich voortaan hofleverancier noemen. Ook andere schaatsenmakers brachten nu dit model op de markt, en wel onder de naam Koninginneschaats. Het type verkocht goed. De brede voetplaten zorgden ervoor dat mensen met slappe enkels minder wankel op de schaatsen stonden.
Jan Nooitgedagt (1840-1920) was de grondlegger van de schaatsen- en gereedschapfabriek Nooitgedagt te IJlst. In 1865 kocht hij een smederij en begon daar schaatsen en schaven te maken. De vier zonen van Nooitgedagt werkten ook in het bedrijf: Jarig (1866-1942), Aldert (1871-1929), Tymen (1873-1957) en Jentje (1878-1935). Tegen het einde van de 19de eeuw gingen de zaken goed. In 1893 werd een nieuwe fabriek gebouwd. In 1900 had Nooitgedagt circa 50 man personeel in dienst. De vier zonen maakten studiereizen naar Frankrijk, Engeland en Zweden om op de hoogte te blijven van de nieuwste materialen en productietechnieken. Rond 1900 trad vader Jan uit het bedrijf en namen de vier zonen het bedrijf over. Zij bleven voornamelijk schaatsen en gereedschappen maken. Rond 1935 namen twee kleinzonen van Jan Nooitgedagt het bedrijf over: Jan Jarigs (1893-1945), Jan Alderts (1897-1982). In 1945 kwam Tjitte Jentjes (1917-1988) op de afdeling hout. In 1950 kwamen Jarich Jans (geboren 1922) op de afdeling kantoor en Aldert Jans (geboren 1926) op de afdeling metaal. In 1965 werd de productie van schaatsen gestopt. In 1972 stopte de prodcutie van houten speelgoed. De productie van de steekbeitel werd toen sterkt opgevoerd. Begin jaren negentig kreeg het familiebedrijf een forse klap te verwerken; de grote Zweedse afnemer kocht een beitelfabriek op en zegde het contract met Nooitgedagt op. In 1991 werd er nog een nieuw fabriekspand geopend. Het bedrijf legde zich volledig toe op de metaalproductie. Wybrand Jan Attema, achterkleinzoon van de oprichter Jan Nooitgedagt, ging rond 1995 met pensioen. Er was in de familie geen opvolger. Het bedrijf werd verkocht aan Record Holding te Sheffield. De verwachting dat dit bedrijf de metaalproductie van Sheffield naar IJlst zou verplaatsen, kwam niet uit. Record werd overgenomen door de American Tool Company en dat werd weer ingelijfd in Newell Rubbermaid. IJlst raakte uit beeld. In 2003 sloot de fabriek.
literatuur:
- W. Blauw (e.a.) Friese schaatsenmakers (Franeker, 1994) pp. 136-139.
Reacties