Datering
Maker Lourens Bernardus van Manen
L. van Manen - Zilveren inktstel, aangeboden aan apotheker A.P. Bloemen te Sneek.
Zilveren inktstel bestaande uit een zilveren plateau met een inktpot, een zandstrooier, een kandelaar en een zilveren penhouder. Het plateau is rechthoekig van vorm. Het is voorzien van twee gebogen oren en vier gecontourneerde, bolle pootjes. In het plateau is een gootje voor de zilveren penhouder. De inktpot en de zandstrooier zijn van glas en zijn voorzien van zilveren deksels. Voor de vierkante, met facetten versierde bodems van de inktpot en van de zandstrooier zijn op het plateau houders gemaakt. Tussen de inktpot en de zandstrooier een kelkvormige houder van een kandelaar. De kandelaar is voorzien van een rond oortje. Bij de kandelaar hoort een zilveren kaarsendover, die conisch van vorm is. Het plateau, de zilveren deksels en de kandelaar zijn versierd met gearceerde randen en parelranden. In de onderkant van het zilveren plateau de inscriptie "Apothekers en Geneeskundigen te Sneek aan A.P. Bloemen Apotheker / 1810 4 November - 1860". De zilveren penhouder is versierd met bladmotieven. Het geheel staat op een houten plateau met pootjes, dat is bekleed met rood fluweel, en wordt overdekt door een glazen stolp.
Lourens Bernardus van Manen. Geboren te Bolsward in 1811 en overleden te Sneek op 26 juli 1871. Trouwde te Sneek op 4 juni 1843 met Ypkje de Vries. Zoon van de Bolswarder zilversmid Bernardus Teades van Manen. Werd in 1844 zilversmid in Sneek.
Arnoldus Plechelmus Bloemen is geboren in 1785 te Sneek en is aldaar overleden op 9 febr. 1873. Hij was een zoon van Petrus Bloemen, die zich in 1783 in Sneek had gevestigd als apotheker, en wel in het pand Kleinzand 34 (hoek Biesketorensteeg) dat hij waarschijnlijk zelf heeft laten bouwen. In 1816 volgde Arnoldus zijn vader Petrus op. Arnoldus Bloemen trouwde te Sneek op 1 juli 1818 met Christina Anna Rinzes Brouwring. Zij kregen zeven kinderen: Maria Johanna (1819), Hendricus (1821), Elisabeth Alida (1823), Regnerus Rinze (1826-1881), Arnoldus Rinze (1829), Euphemia Anna (1832) en Cecilia (1834). Arnoldus liet een hoog achterhuis achter de apotheek bouwen. In dat huis is nog een gevelsteen met het opschrift "Den Eersten Steen / Gelegd door / P.H. Bloemen / 1823). In de Leeuwarder Courant wordt op 3 maart 1826 geadverteerd door A.P. Bloemen met het middel Gomma "heilzaam tegen hoest-, slijm- en borstkwalen". In 1842 vroeg hij in dezelfde krant een bediende. Hij noemde zich toen "Apotheker en Chemist". Toen hij in 1860 50 jaar apotheker was werd hem het inktstel aangeboden door de collega-apothekers en medici van Sneek.
Zoon Regnerus Rinze Bloemen werd medisch dokter te Sneek (gevestigd aan het Grootzand). Zijn broer Arnoldus Rinze Bloemen werd kruidenier. Later hadden hij en zijn zoon Arnoldus Plechelmus Petrus Bloemen een tabaksfabriek te Sneek, genaamd De Neger. Petrus Hendricus Bloemen (de legger van de eerste steen en waarschijnlijk een zoon van Arnoldus, doch niet geboren in Sneek) nam rond 1875 de apotheek over van A.P. Bloemen. Zijn zaak werd in 1894 overgenomen door Lolke Dokkum. Deze hield de apotheek tot 1920. Het pand Kleinzand 34 werd toen gekocht door meelhandelaar J. Zwart.
Het inktstel is afkomstig uit het familiebezit van Douwe Egberts. In de registratie van Douwe Egberts staat genoteerd dat het inktstel "reeds aanwezig was tijdens het leven van J.H. de Jong". De familie De Jong had de nodige contacten met katholieke families in Sneek. Johannes Hessel de Jong (1833-1883) nam in 1858 het familiebedrijf van zijn vader Hessel Douwes de Jong over. De firma Weduwe Douwe Egbertszoon was gevestigd aan de Midstraat te Joure en hield zich bezig met het kerven van tabak en het branden van koffie. Johannes Hessel de Jong bracht het bedrijf tot bloei. Rond 1880 werkten er circa 12 knechten. Zijn devies was: "Zorg altijd dat ge goede waar levert, dan houdt ge klanten". Hij was getrouwd met Dorothea Kortenhorst. Ze hadden een dochter Klaaske en een zoon Cornelis Johannes. Nadat hun moeder in 1875 stierf, trouwde Johannes Hessel met Teresia Brenninkmeijer uit Sneek. Zij stierf in 1880 bij de geboorte van een levenloze zoon. Net voordat hij voor de derde keer zou trouwen stierf Johannes Hessel zelf in 1883. Voogd over de beide kinderen werd Alexander Brenninkmeijer uit Sneek. Hij kreeg de leiding over het bedrijf in Joure.
Toen Cornelis Johannes de Jong 18 jaar was werd hij volwassen verklaard en nam de leiding van het bedrijf weer over van zijn oom Alex, die - zoals hij later zei - als een tweede vader voor hem was geweest. Cornelis Johannes de Jong trouwde op 1 aug. 1893 te Sneek met Petronella Barbara Allegonda Maria Bloemen. Zij was de dochter van de apotheker Petrus Hendricus Bloemen (1821-1899) en Cecilia Anna Nauta. Zij waren in 1864 te Leeuwarden getrouwd. De relatie tussen Petrus Henricus Bloemen en Arnoldus Plechelmus Bloemen is niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk heeft de apotheker P.H. Bloemen het inktstel van zijn voorganger A.P. Bloemen geërfd, toen deze in 1873 stierf. Vervolgens zal Petrus' dochter Petronella het hebben geërfd. Zij was getrouwd met Cornelis Johannes de Jong en zo kwam het inktstel in de familie De Jong terecht.
In het kantoor te Utrecht stond het inktstel op het kantoor van Egbert Douwe de Jong (1909-1986). Hij was het laatste lid van de familie De Jong, die nog actief was in het bedrijf. Hij was lid van de raad van bestuur. In 1978 werden de banden tussen Douwe Egberts en de familie De Jong verbroken, toen het bedrijf opging in Consolidated Foods Corporation (vanaf 1985 Sarah Lee). Het inktstel bleef in het bedrijf en kreeg een plaats in het Fries Scheepvaart Museum.
Reacties