Datering
Maker Jan van Nijs

Kast uit de apotheek van A. van Ringh uit Sneek.

Kast. Voor twee bolpoten. Twee deuren met glazen (roedeverdeling: 3x5). Flauw gebogen kap met in het midden een rococokrul (Lodewijk XV-stijl, stammend uit de periode 1762-1780) met afbeelding van een apotheker met vijzel. Onder de deuren drie laden naast elkaar, een grote en twee kleine. De plank onder de laden is gecontourneerd. In de kast vier legplanken. Op de deuren slotplaten met sleutelgatschuifjes. Op de laden hengsels. De kast in bruin, gevlamd geschilderd.
De kast is afkomstig uit de apotheek van A. van Ringh aan het Grootzand 32 te Sneek. De kast is waarschijnlijk in het begin van de 20ste eeuw vervaardigd met gebruikmaking van een 18de-eeuwse bekroning. Deze bekroning zal een deel van een andere kast of een weegschaal-luifel geweest zijn. Het houtsnijwerk is ontstaan onder invloed van het snijwerk in het Sneker raadhuis (1761-1762), waaraan Johann Georg Hempel werkte. Navolgers van Hempel waren zijn in Sneek woonachtige bazen Gerrit Gorp (1729-1805, maar in 1786 uit sneek vertrokken) en Jan van Nijs (? - 1780) en verder Pytter Jacobs van Wijk (1744-1817) en in mindere mater Mathijs Ankringa (1754-1814). Het snijwerk aan de kast is toe te schrijven aan Jan van Nijs. Jan van Nijs is niet gedoopt in Sneek. Toen hij in 1750 trouwde met Uilkjen Claes waren zij 'beide van Sneek'. In 1757 nam hij de zaak van beeldhouwer Gerben Jelles Nauta over. Van Jan van Nijs is werk bekend aan het stadhuis van Sneek (natuursteen), de kerk van Abbega, het raadhuis van Sloten en het raadhuis van Bolsward. Hij overleed in 1780.
literatuur: - Archief Fries Scheepvaart Museum, correspondentie A.M. Sustring - H. Halbertsma 12 maart 1959 - Sneeker Nieuwsblad 25 october 1956 - S. ten Hoeve, Rococo in Friesland (Leeuwarden, 1991), pp. 29-31 en 36. - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1975-1976, p. 96-97. - Jaarverslag Fries Scheepvaart Museum 1954

Identificatie
Titel
Kast uit de apotheek van A. van Ringh uit Sneek.
Objectnummer
FSM-N-004
Objecttype
  • Kasten
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Houtsnijwerk
    Houtsnijwerk is hout, dat bewerkt is met een stuk snijdgereedschap, waardoor het een bepaalde vorm krijgt. Dit wordt dan op bijvoorbeeld klokken of meubilair aangebracht om het er mooier uit te laten zien. Vroeger was dit het ambacht van de houtsnijder en de beeldsnijder, tegenwoordig wordt het vaak machinaal met een freesmachine aangebracht. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000009654
Over
Onderwerpen
  • Sneek
  • Apotheken
    Apotheken zijn winkels van apothekers. Apothekers en apotheekassistenten verkopen en vervaardigen medicijnen. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Werk
Breedte
58.0 cm
Hoogte
210.0 cm
Lengte
160.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Jan van Nijs
Datering
Materiaal
  • Grenenhout
    Grenenhout is een houtsoort dat afkomstig is van de grove den (Pinus silvestris) met roodbruine noesten en jaarringen, harsrijk, vrij duurzaam. Deze houtsoort is voornamelijk uit Scandinavië en de Oostzeelanden ingevoerd. Oorspronkelijk werd het aangeduid als vuren, doordat de grove den in Noorwegen furuen wordt genoemd. Het hout van de zilverspar (granen) wordt sinds de 17e eeuw in Nederland vuren genoemd, dat van de grove den grenen. Deze verwarrende naamsverwisseling dient bij het lezen van oude bronnen terdege in de gaten gehouden te worden. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden