Datering
Maker J.A. Kruseman
J.A. Kruseman - portret van een vrouw in Friese streekdracht.
Schilderij. Olieverf op doek. Portret, ten halve lijve, frontaal. Oudere vrouw. Op haar hoofd een gouden oorijzer en een slappe floddermuts. Ze draagt een zwart jak met daarover heen een omslagdoek van kant. Op de achterkant van het spieraam een etiket waarop staat vermeld dat het Haags Gemeentemuseum het schilderij in 1891 gelegateerd kreeg van mejuffrouw E.C. Meetsma.
Jan Adam Kruseman. Geboren Haarlem 12 febr. 1804, overleden Haarlem 17 maart 1862. Van 1852-1856 woonde hji in Driebergen en van 1858 af in Haarlem. Leerling van zijn neef C. Kruseman; in 1822 te Brussel lessen van David en Navez, daarna naar Parijs en in 1825 terug naar Nederland. Van 1830-1850 directeur van de Koningelijk Akademie te Amsterdam. Schilderde historische en bijbels onderwerpen, portretten, portretgroepen en genrestukken; heeft ook eglithografeerd. Was een der oprichters van Arti et Amicitiae. Gaf les aan onder anderen J. Israels.
Wie de gepotretteerde is, is niet bekend. Hendrik Meetsma (geboren Burgum 26 jan. 1787) is in 1829 door Kruseman geportetteerd. Hij komt is catalogus van Krusemans werk voor onder nummer 112-a. In het werkboek van Kruseman staat genoteerd: "Portet van de Hr. Meetsma te Amsterdam - 1829 - Bust.)". Hendrik Meetsma was getrouwd met Alletta Johanna Noelmans (geboren Amsterdam 16 maart 1788). Zij waren de ouders van de legatrice Elisabeth Christina Meetsma (geboren Amsterdam 27 aug. 1813 en overleden te Den Haag 24 okt. 1890). Hoewel Kruseman haar vader in 1829 portretteerde, is het portret van het Haags gemeentemuseum niet dat van haar moeder, want Alletta Noelmans was in 1828 slechts 40 jaar oud en de dam op het portret is ouder en bovendien was zijn Amsterdamse en waarschijnlijk niet in Friese streekdracht gekleed. Het zou de grootmoeder van de legatrice kunnen zijn. Haar grootouders aan vaderskant waren Tjidsger Meetsma (geboren Leeuwarden 1748) en Elisabeth Jans Eppinga (geboren Schiermonnikoog 1751, overleden Tytsjerksteradiel 1828). Grootmoeder Elisabeth had in 1828 de leeftijd van 76. Ze is in 1828 gestorven, het jaar dat het portret is gemaakt. Ze woonde in Friesland, dus ook de Friese dracht zou ze hebben kunnen dragen. De ouders van Elisabeth waren Jan Klazes van Eppinga en Allegonda Jans.
De legatrice had aan vaders kant ook nog een aantal tantes die in Friesland woonden: Elisabeth (geboren Akkrum 1776 - overleden Tytsjerksteradiel 1849), Janneke Antoinette Rybrug (geboren Jorwert 1780, overleden Leeuwarden 1852)), Grietje (geboren Jorwert 1783, overlijdensdatum onbekend), Zwaantje Antoinetta (geboren Burgum 1789, overleden Tytsjerksteradiel 1864) en Antoinetta (geboren Burgum 1792, overleden Tytsjerksteradiel 1872). Deze tantes hadden in 1828 de leeftijd van respectievelijk 52, 48, 45, 39 en 36 jaar. De vrouw op het portret lijkt toch ouder dan al deze tantes.
literatuur:
- A.D. Renting (red.) Jan Adam Kruseman 1804-1862 (oevrecatalogus). (Nijmegen, 2002), nummers 505 en 112-a
- M.G. Wildeman, "onbekend portret" in: De Navorscher, 42 - 1892, pp. 534-535
Reacties