Pop gekleed in de streekdracht van Hindeloopen.

Pop. Hout en gips. De kop is ingelegd glazen ogen. Wangen, mond en wenkbrauwen zijn geschilderd. Het lijf is van hout, evenals de handen en de bovenbenen. De pop is gerestaureerd. Kleding: Op het hoofd een blauw-groene ondermuts. Deze is wit gevoerd en rondom afgezet en meet zwarte rand. Op de ondermuts een rood-blauw-wit geruite sondoek, die niet als sondoek is gevouwen. Om het lijf eerst een wit katoenen hemd. Daar overheen een groen onderjak met lange mouwen, die zijn afgezet met fluweelband. Het onderjak is geheel gevoerd. Het wordt gesloten met haken en ogen. Over het onderjak een bovenjak met lange mouwen van rood-wit geruite stof. De boorden van de mouwen zijn met een geborduurd bandje versierd en worden gesloten met haak en oog. Het jak is voorzien van een schoot. Het is gevoerd met witte stof. De onderbroek is van witte katoen. De pijpen ervan zijn aan de onderkant voorzien van banden. De broek heeft geen kruis, een zogenaamd open rijtuig. De onderrok is van rood lakense stof met een bruine fluwelen onderrand. Middenachter een split met okerkleurige band. De opening van de onderrok is te nauw: het split is met meerdere aaneengeregen veiligheidsspelden gesloten. De bovenrok is van witte stof met rode en blauwe ruiten. Aan de voorkant is deze gerimpeld aan een ingeregen band. De bovenrok heeft aan de achterkant een split dat wordt gesloten met een haak en oog. In de bovenrok zijn drie tekentjes geborduurd met daarin onleesbare initialen. De schort is van dezelfde rood-witte stof als het jak (als regel waren veel onderdelen van het Hindelooper kostuum geruit, maar nooit van dezelfde ruit). De schort is met rimpels aan de band bevestigd. De schort wordt binnenstebuiten gedragen. De band wordt achter met een strik gesloten.
De pop is gerestaureerd door Jan Kalsbeek. Hij hersteld de kop met gresso, werkte de afbladderingen bij en voorzag de kop van een lap geitenleer. Voorts zijn door hem de ontbrekende ledematen (rechter bovenbeen en twee onderbenen) bijgemaakt. De Hindelooper herkomst van de pop maakt een vererving volgens onderstaande genealogische lijnen (gebaseerd op het verband tussen de familie Oppedijk-Tjebbes en de plaats Hindeloopen) waarschijnlijk: - De ouders van Walle Oppedijk: Jan Jans Oppedijk (IJlst 12 dec. 1860 - 4 feb. 1944) getrouwd (Workum 7 mei 1890) met Eelk Tjebbes (Koudum 21 jan. 1866 - IJlst 10 mrt. 1927). - De ouders van Eelk Tjebbes: Cornelis Tjebbes (Hindeloopen 15 mrt. 1827 - IJlst 16 mei 1894) getrouwd (Hindeloopen 1850) met Esther Vrolijk (Hindeloopen 1827 - IJlst 6 okt. 1900). - De ouders van Cornelis Tjebbes: Tjebbe Klazes (geboren Hindeloopen 1 mei 1792) getrouwd (Sloten 16 feb. 1827) met Catharina Gerlsma (Sloten 20 okt. 1795 - 1885). - De ouders van Tjebbe Klazes: Klaas Tjebbes (1764 - 22 apr. 1829), burgemeester van Hindeloopen, getrouwd (Hindeloopen 25 feb. 1787) met Idsk Luykes (1762 - Hindeloopen 14 okt. 1810), dochter van Luike Broers (Koudum) en Beitje Tiemens (tweede huwelijk van Luike Broers, gesloten op 1 feb. 1756 te Hindeloopen). - De ouders van Klaas Tjebbes: Tjebbe Sybrens (zeilmaker) getrouwd (Hindeloopen 20 feb. 1759) met Fok Annes (overleden te Hindeloopen 21 sep. 1807), dochter van Anne Klazes (burgemeester van Hindeloopen, die overleed op 20 nov. 1774) en Idske Drieses (huwelijk gesloten te Hindeloopen 29 dec. 1715). - De ouders van Tjebbe Sybrens: Sybrand Joltjes en Eelk Tjebbes (getrouwd Hindeloopen 31 aug. 1728). Het was het tweede huwelijk van Sybrand Joltjes. Zijn eerste huwelijk was met Hin Joltjes. - De ouders van Sybrand Joltjes: Joltje Reimerts en Frieske Sybrands.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1996, p. 26