Datering
Maker onbekend
Houten pop met scharnierende ledematen, gekleed als Hindelooper meisje
Houten pop met scharnierende ledematen, gekleed als Hindelooper meisje. Houten kop en lijf bedekt met gesso, beschilderd; gesso is van kop geschilferd; deels zijn de schilfers weer vastgelijmd, echter niet erg fraai, gesso lijf is gelig gevernist, glanzend. Op kop lapje rood leer over wollen vulling vastgespijkerd, langs onderrand gestreept wollen satijn. Vermoedelijk zijn de bovenarmen van leer (flexibel), handen zijn zeer fijn gesneden. Onderbenen waren zwart geschilderd, gesso verpulverd. Kleding is deels vastgenaaid. Om hals zijden boordje, waar sporen beschildering op zitten: kop is dus later een keer overgeschilderd, lijkt op witkalk, een dikke laag. KLEDING 1. Kort wit linnen hemd, met zwart zijden boord, met rechts rood borduursel, hemd is tussen benen door met linnen draden vastgezet. 2. Underst oerlof van blauw-wit-beige gestreept linnen met creme zijdendamasten korte mouwen, ondermouw gele wol en fluwelen manchetten. 3. Hierover roze zijden voormouwen gevoerd met linnen, afgezet met rood/blauw zijden galon. 4. Katoenen onderbroek, vrij strak, 2 pijpen, open kruis, geen tailleband, vastgenaaid in taille --> latere toevoeging. 5. Witte gestreepte onderrok vrij grof genaaid uit resten stof. 6. Halve onderrok! van grove gele wol, lijkt op schort echter achterstevoren gedragen. 7. Onderrok van grove gele wol met strook gele baai langs zoom; tailleband van zelfde stof als ondermouwen, split MV. 8. Paar geel-oranje wollen kniekousen. 9. Paar donkerrode wollen kousen met helderrode stoppen. 10. Zwarte bovenrok van twee soorten gekeperde stof, aan voorkant van restjes, split MV, bij taille achter gerimpeld over een hoogte van 4 cm, langs zoom 7,5 cm brede rand aan bovenkant rolzoom, veterband langs zoom onderkant. 11. Jakje, 'it strupsel' van rood met zwart geruit bont, meervoudige ruit met dunne witte lijnen, sluiting met 10 haken en ogen MA, naad MV, zijnaden ver naar achteren, met zwart sierstiksel; [jakje is van later datum dan underst oerlof] lange mouwen, 1 lengtenaad met splitje. 12. Schort van rood keperkatoen met dunne witte ruit, zijden tailleband en bovenaangezette schortbanden; stoppen. 13. Ondermuts van wit linnen met ronde bol, ajour sierstiksel voor, puntjes langs zoom, veel verstellapjes. 14. Slappe muts met ronde bol van geel satijn, gestopt, met zwart zijden keperband rondom (gaar), zwarte kraaltjesversiering, voering van geel baai. 15. Paar wantjes gebreid van dunne oranje wol, met zigzag versiering, ribbels en 1 cm brede lussenboord, hierboven naaisporen [van opgezet galon?]. 16. Leiband van rode wol gebreid in ribbels, tailleband gevoerd met rood wollen keperband, 2 stukken met lengtenaad, sluit met gegoten gefacetteerde tinnen gesp; leiband versterkt met lichtbruin recht wollen band, verkleurd. 17. Kraagje van zwitserse broderie, met machinaal gerimpeld bij hals.
Reacties