Datering
Maker Lenaert II Zerle
Waterschapsbeker van het Dijkbestuur van de Vijf Delen Zeedijken van Friesland
Op een platte, ronde standring staat een bolverjongde voet, met een cylindrische middenstuk. Hierop een tweede bolverjongend gedeelte, met een liggende, uitstekende rand, Hierop staat de vaasvormige stam. Daarop het vat, met een gedrukt bolvormige onderstuk, een nauwer, rechtspreidend middenstuk en een bolspreidend bovenstuk. Deksel met liggende sluitring en een hol vervolgens bolverjongend bovenvlak, met een laag, cylindrisch middenstuk. Hierop een tweede bol-verjongend bovenvlak, met een laag, cylindrisch middenstuk. Hierop een tweede bolverjongend stuk met een uitstekende rand. Gegoten vaasvormige knop. Voet en deksel zijn van onder afgedekt. Het vat heeft een smaller binnenvat. De gehele beker is verguld. Gegoten ornament - de buik van de vaasvormige stam is versierd met ruitpatroon. De schouder met bloemen. Langs de onderrand hiervan een liggende geschulpte kraag. Op de hals een krans van knerren. De buik is versierd met vier staande, lusvormige banoren. Bovenop het onderstuk van het vat zijn vier dierenmascorons geappliqueerd. Hierop staat een krijger in antiek costuum, met de linkerarm leunend op een staf. Gedreven ornament - op de eerste welving van de voet tweemaal twee S-vormige bladerranken en tweemaal twee antithetische slagen. Op het cylindrische stuk vierpassen, alternerend met vruchtentoeven, met elkaar verbonden door een rechte band. Op de tweede welving van de voet vruchtentoeven, met elkaar verbonden door een rechte band. Op het onderstuk van het vat knerren, alternerend met godrons. Onder en bovenlangs het middenstuk enkele gladde profielen. Op het middenstuk, aan de ene zijde de dronkenschap van Noach, aan de andere zijde Lot en zijn dochters. Op de eerste welving van het delsel medusakopjes op driepassen, alternerend met vruchtentoeven, met elkaar verbonden door een rechte band. Op de tweede welving van het deksel een reeks halfbollen, omlijst door een gladde band, met elkaar verbonden. Merken op de liprand. Literatuur: Cat. Zilvertentoonstelling Leeuwarden, 1900=Vgl A.Pit 'Het Goud- en Zilverwerk in het Ned. Museum, p. 23 pl. XXII= Vgl Rosenberg, no 1743. Hist. Tentoonstelling 1877, zaal VI, grote vitrine, nr 57 (cat. blz 130). Aantekeningen: De beker werd in 1777 geschonken aan de Vijf Delen Zeedijken door de dijkgraaf, Carel George, graaf van Wassenaer-Obdam, heer van Twickel. Herkomst Deze beker werd in 1882 door het Waterschap Friesland in langdurig bruikleen gegeven aan het Fries Museum in Leeuwarden. In 1777 schonk Carel George van Wassenaer de beker als hensbeker aan het toenmalige waterschap Vijf Delen Zeedijken, waarvan hij tussen 1762 en 1778 verscheidene malen dijkgraaf was. Het oude notulenboek van de Vijf Delen Zeedijken vermeldt zijn toespraak bij de aanbieding op 11 april 1777 met zijn overwegingen en ook zijn opmerkingen over de herkomst van de beker. In deze notulen wordt waardering uitgesproken voor de wijze waarop Carel George zijn taken als dijkgraaf vervulde. In 2012 heeft mevrouw A.M. Claessens-Peré de beker uitvoerig bestudeerd en nieuwe gegevens over de herkomst verzameld. Het lukte haar het jaar van vervaardiging vast te stellen en de beker met een grote mate van waarschijnlijkheid toe te schrijven aan de Antwerpse zilversmid Lenaert II Zerle. De beker is volgens overlevering een geschenk geweest van Caspar de Robles aan een Friese edelman voor succesvol herstel van dijken na de overstromingen van 1570 en 1573. Caspar de Robles (1527-1585), was een Portugees in Spaanse dienst die door de Hertog van Alva naar Friesland was gestuurd als luitenant-Stadhouder, later Stadhouder. De identiteit van de begiftigde kon op basis van de gegevens die Carel George van Wassenaer in zijn toespraak bij de aanbieding noemde, worden gekoppeld aan dijkgraaf Rijvert (Ruurd) van Roorda (overl. 1576). Claesssens-Peré benadrukt dat deze conclusie uitsluitend gebaseerd is op mondelinge overlevering. Het tijdstip waarop Carel George van Wassenaer de beker zelf heeft verworven moet liggen tussen 15 januari 1764 en 11 april 1777. In het huisarchief van Twickel zijn geen gegevens over de aankoop van de beker aangetroffen. Literatuur Anne-Marie Claessens-Peré, ´Van Pronk tot hensbeker, van Antwerpen naar Leeuwarden´ in: De Stavelij Jaarboek 2013, p. 9-24.
Reacties