Datering
Maker K.J. van Delden
Scheepsmodel van het linieschip De Friesland.
Scheepsmodel van het linieschip de Friesland. Op spanten gebouwd. Schaal 1:75.
Rondhouten en tuigage: Het linieschip heeft drie masten: een fokkemast, een grote mast en een bezaanmast. Uit het galjoen steekt een boegspriet schuin omhoog. De fokkemast en en hoofdmast bestaan uit drie delen: een mast, een marssteng en een bramsteng. De bezaanmast betaat ui twee delen: een mast en een marssteng. Masten en stengen worden gehouden door voorstagen en staande (stenge) wanten (hoofdtouwen met weeflijnen). De fokkemast en den grote mast zijn voorzien van drie ra's. De bezaanmast heeft een schuine bezaangaffel en twee ra's daarboven. Aan de boegspriet hangt een ra voor een blinde. Op alledrie masten en op de boegspriet zijn marsen gemaakt. Het schip is niet voorzien van zeilen. Wel zijn alle stagen, wanten, vallen en schoten aangebracht. In de top van de voorste twee masten wordt een zwaluwstaartvormige wimpel (rood-wit-blauw) gevoerd. In de bezaanmast hangt een lange rood-wit-blauwe vleugel. Op het achterschip een vlaggemast met daarin een blauwe vlag met goudkleurige opdruk (twee lopende leeuwen, omgeven door negen kronen).
De romp: Het voorschip is rond en voorzien van een open galjoen. Het achterschip is rond en voorzien van een platte spiegel met uitbouw aan de boorden. De bodem is rond.
Het model van voor naar achter: Het schip heeft 72 stukken. Op de versierde spiegel een wapen: in vieren gedeeld: twee velden met een leeuw, een veld met de kleuren rood-wit-blauw en een veld met het wapen van Amsterdam. Om het wapen het devies 'Honi soit qui mal y pense'. Op de stander: 'Friesland 1663'. De ornamenten en veel andere detailleringen zijn van gegoten metaal.
Kleuren: De romp is okerkleurig met bruine berghouten en sierranden. Het galjoen is bruin. De opbouw langs de boorden is groen. De spiegel is groen met goudkleurig 'snijwerk' en rode accenten.
Accessoires: stander.
Het model is vervaardigd uit een pakket van de Italiaanse firma Mamoli. Mogelijk is dit pakket gebaseerd op een model dat zich bevond in het slot Monbijou te Berlin. Dat model is zeer gedetailleerd gefotografeerd, getekend en beschreven in het boek 'Der Holländische zweidecker von 1660/1670' door Heinrich Winter.
Er was wel een schip 'Friesland', ook wel Groot Frisia of Frisia genoemd. Het is echter pas gebouwd in 1665 op de admiraliteitswerf te Harlingen. In 1666 werd de Friesland het vlaggenschip van Tjerk Hiddes de Vries, met 340 matrozen en 55 soldaten. Onder M.A. de Ruyter deelgenomen aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) tegen Engeland (24 dodoen, 15 gewonden). In augustus van dat jaar de Tweedaagse Zeeslag. Bij deze slag raakte Tjerk Hiddes dodelijk gewond. Hans Willem baron van Aylva werd de nieuwe luitenant-admiraal. Onder M.A. de Ruyter heeft het deelgenomen aan de tocht naar Chattam. In 1692 werd Hidde Sjoerds de Vries (neef van Tjerk Hiddes) de nieuwe kapitein.
Een linieschip is een groot oorlogsschip dat voldoende weerstandsvermogen had om in kiellinie (achter elkaar) de zeeslag in te gaan. Deze kiellinie raakte rond 1650 in zwang. Linieschepen vormden de kern van de vloot. Ze waren gebouwd op weerstand en niet op snelheid. Ze waren volledig getuigd met drie (soms vier) masten. Ze voerden tussen de 50 en 110 stukken geschut, opgesteld op twee (soms drie) dekken. Dood de ondiepten voor de Nederlandse kust waren de Nederlandse linieschepen vaak kleiner dan de Engelse. Soms werden oude Oostindiëvaarders omgebouwd tot linieschip. Dat voldeed echter niet. In de loop der tijd werd het linieschip groter. Deze ruimte werd niet gebruikt voor meer kanonnen maar voor vergroting van het kaliber van de kanonnen. In navolging van Engeland werd ook in Nederland de platte spiegel van het linieschip vervangen door een ronde spiegel (eind 17de eeuw). Ook verminderde de zeeg en de hoogte van de achteropbouw. Door de komst van de stoomschepen verdween het houten linieschip in de tweede helft van de 19de eeuw. Ze werden vervangen door pantserschepen en later door slagschepen.
literatuur:
- Heinrich Winter, 'Der Holländische Zweidecker von 1660-1670' (Berlijn 1967)
- C.W.J. Schaap 'De admiraliteit van Friesland - haar vlagofficieren en schepen' in: Jaarboek Fries Scheepvaart Museum, pp. 50-77.
Reacties