Datering

Tweehandszwaard met bloemmotief op stootplaat

Tweehandszwaard samengesteld uit een met leer omkleed gevest, een relatief korte pareerstang met knoppen aan de beide uiteinden, een stootplaat en een tweesnijdende kling met rechte sneden, eindigent in een scherpe punt. Het gevest is voorzien van een lichte inkeping halverwege om de uitzonderlijke plaatsing van de handen aan te geven. De knop aan het uiteinde heeft de vorm van een peertol. Op de voorzijde van de stootplaat is eem bloemmotief geëtst.

Identificatie
Titel
Tweehandszwaard met bloemmotief op stootplaat
Objectnummer
B1984-003
Objectcategorie
wapen
Objecttype
  • wapen, blank
    Met de hand bediende wapens waarvan de snede of de punt van de kling in het lichaam van de tegenstander moet dringen. Let op, gebruik 'slagwapens' voor wapens met stompe koppen die alleen dienen om de tegenstander te verpletteren. (AAT)
  • zwaard
    Mesvormige stalen staaf, ongeveer 30 cm lang en enkele centimeters breed. Aan de bovenzijde is een scherpe kant. Andere naam: zwaard. (Van aaks tot zwei)
  • tweehandszwaard
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/srm-collect-10000212
Werk
Breedte
42.00 cm
Hoogte
162.00 cm
Diepte
17.00 cm
Lengte
125.00 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • ijzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • leer
    Leer is een dierenhuid die gelooid is met stoffen die ervoor zorgen dat de collageenstructuur zich onderling verbindt en stabiliseert. Looistoffen kunnen plantaardig van oorsprong zijn (bijvoorbeeld eikenrun) van minerale oorsprong (bijvoorbeeld chroomzouten) of vetten of oliën die in de huid gewerkt worden. Het looien verandert het leer onomkeerbaar.Leather is an animal hide tanned with substances that cause the collagen structure to interconnect and stabilize. Tanning agents can be vegetable in origin (e.g. oak run) of mineral origin (e.g. chromium salts) or fats or oils worked into the hide. Tanning irreversibly changes the leather.
Techniek
  • Gesmeed
    Het vormgeven aan metaal door middel van verhitten en hameren. (AAT)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden