Datering
Maker

Armstoel met lederen bekleding

In de zeventiende eeuw zaten de meeste mensen op banken. Een stoel was een statussymbool; alleen rijke mensen zaten erop. De Hollandse renaissance stoel, beter bekend als de Spaanse stoel, was erg populair in deze tijd. Een Spaanse stoel kun je herkennen aan de rechthoekige zitting en hoge rugleuning. De meeste stoelen zijn bekleed met leer, maar ook zijde en fluweel werden gebruikt. De bekleding is doorgaans vastgemaakt met koperen siernagels. Daarnaast staat op de rugleuning van deze stoel twee houtenfiguren: een leeuw met wapenschild. Veel Spaanse stoelen kwamen helemaal niet uit Spanje. In Nederland waren er meerdere ‘Spaanse stoelenmakers’ actief. Dit waren vaak gespecialiseerde stoelenmakers. Eenvoudige zitmeubels werden door stoelendraaiers gemaakt. Spaanse stoelen stonden vaak langs de muur. Wanneer je er eentje nodig had, kon je ‘m makkelijk pakken. Stoelen met armleuningen waren bedoeld voor mannen en stoelen zonder armleuningen voor vrouwen.

Identificatie
Titel
Armstoel met lederen bekleding
Objectnummer
M1966-008
Objectcategorie
meubilair
Objecttype
  • zitmeubel
    Meubels speciaal bedoeld voor zitten, zoals stoelen, banken en fauteuils.
  • stoel
    Meubel met poten en een rugleuning waarop één persoon kan zitten. (ABR)
  • armstoel
    Term die wordt gebruikt voor leunstoelen, met name voor de leunstoelen met open armleuningen en opgevulde armsteuntjes. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/srm-collect-21
Werk
Breedte
65.50 cm
Hoogte
55.00 cm
Diepte
53.00 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Maker
  1. (meubelmaker)
Datering
Materiaal
  • leer
    Leer is een dierenhuid die gelooid is met stoffen die ervoor zorgen dat de collageenstructuur zich onderling verbindt en stabiliseert. Looistoffen kunnen plantaardig van oorsprong zijn (bijvoorbeeld eikenrun) van minerale oorsprong (bijvoorbeeld chroomzouten) of vetten of oliën die in de huid gewerkt worden. Het looien verandert het leer onomkeerbaar.Leather is an animal hide tanned with substances that cause the collagen structure to interconnect and stabilize. Tanning agents can be vegetable in origin (e.g. oak run) of mineral origin (e.g. chromium salts) or fats or oils worked into the hide. Tanning irreversibly changes the leather.
  • notenhout
    Notenhout is hout van de notenboom. Het hout is fraai gevlamd, paarsig bruin, vast en duurzaam en niet te hard. Daarom is dit hout geschikt voor snij- en beeldhouwwerk en meubels. Notenhout komt voor een deel uit Nederland, maar het meeste wordt ingevoerd uit Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. Vooral de 'wolkige' wortelnoten van de worteldelen was zeer geliefd voor fineer. (Haslinghuis)Walnut is wood from the walnut tree. The wood is beautifully flamed, purplish brown, solid and durable and not too hard. Therefore, this wood is suitable for carving, sculpture and furniture. Some walnut wood comes from the Netherlands, but most is imported from France, Italy and the United States. Especially the 'woolly' root walnut from root parts was very popular for veneer (Haslinghuis).
  • kersenhout
    Hout van verschillende typen kersenbomen die inheems zijn in Europa en de Verenigde Staten. Loopt in kleur uiteen van licht- tot donkerroodachtig met een prachtige glans en is heel geschikt voor het vervaardigen van meubilair. (AAT-Ned)
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden

Trefwoorden