Datering
Maker Onbekend

Twee stoelen met lederen bekleding, afkomstig van houthandel Oppedijk.

Twee eikenhouten stoelen met lederen bekleding. De stoelen behoren bij de tafel met inv.nr. 1981-395. De lederen bekleding is versleten.
De stoelen zijn afkomstig uit het filiaal Den Haag van houthandel weduwe W.J. Oppedijk te IJlst.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1981, pp. 21-22

Identificatie
Titel
Twee stoelen met lederen bekleding, afkomstig van houthandel Oppedijk.
Objectnummer
FSM-1981-396
Objecttype
  • Stoelen
    Meubel met poten en een rugleuning waarop één persoon kan zitten. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000002375
Over
Onderwerpen
  • Houthandelaren
  • IJlst
  • Den Haag
Werk
Breedte
41.5 cm
Hoogte
96.0 cm
Lengte
45.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Leer
    Leer is een dierenhuid die gelooid is met stoffen die ervoor zorgen dat de collageenstructuur zich onderling verbindt en stabiliseert. Looistoffen kunnen plantaardig van oorsprong zijn (bijvoorbeeld eikenrun) van minerale oorsprong (bijvoorbeeld chroomzouten) of vetten of oliën die in de huid gewerkt worden. Het looien verandert het leer onomkeerbaar.Leather is an animal hide tanned with substances that cause the collagen structure to interconnect and stabilize. Tanning agents can be vegetable in origin (e.g. oak run) of mineral origin (e.g. chromium salts) or fats or oils worked into the hide. Tanning irreversibly changes the leather.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden