Datering

Prikslede

De Hindelooper prikslee of Hylper pykslide is een bijzondere zitslede. Opvallend is de rijk uitgesneden en beschilderde rugleuning, het ‘hakkebord’, geïnspireerd op de achtersteven van een schip. Meestal toont het hakkebord een Bijbelse voorstelling. Het zitvlak van de slee buigt af naar beneden en de zijkanten van de slede zijn rood geverfd. De binnenzijde is ook geverfd en soms fraai gedecoreerd met bloemen of een marmerimitatie, net als de prikstokken. De hele onderkant is beschilderd met zon, maan en sterren. Dat lijkt overbodig maar is het niet, omdat de Hindelooper prikslee vroeger aan het plafond in de woonkamer hing.

Gedetailleerde beschrijving

Bruin-blauw geverfd, zonder stokken. Het ijzerbeslag van de glijers is smal uitgesmeed tot een "schaats"-ijzer en loopt aan de voorzijde door tot over de ronding. Beschrijving: 1: prikslede: aan de voorzijde van het hakkebord is een kussentje van leer vastgespijkerd. Op de bovenkant is in het midden een metalen handvat vastgeschroefd en bij het voeteneind een klein metalen oogje. De zijkanten zijn verstevigd met metalen banden. Beschrijving: 2: beschildering: de hele slede is bruin geschilderd, op de volgende delen na: de voorkant van het hakkebord en de randen van de bovenkant zijn blauw en de onderkant is grotendeels rood. Aan de zijkanten is de verflaag beschadigd, waardoor een oudere groene verflaag zichtbaar is.

Identificatie
Titel
Prikslede
Objectnummer
004266
Objectcategorie
Voertuigen
Objecttype
  • prikslee
    Een prikslee is een slee voor op het ijs die de sleeër met stokken moet voortbewegen. (Wikipedia)
  • slee
    Het rollend balkgebint in een houtzaagmolen waarop de boomstam door de zaagraam geleid wordt. Bestaande uit: twee langsliggers met daaronder een tandheugel, voor- en achterhoofd, polbalk met daarin bevestigd de polstukken.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-11409
Werk
Breedte
28.0 cm
Hoogte
44.0 cm
Lengte
103.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • leer (dierlijk materiaal)
    Leer is een dierenhuid die gelooid is met stoffen die ervoor zorgen dat de collageenstructuur zich onderling verbindt en stabiliseert. Looistoffen kunnen plantaardig van oorsprong zijn (bijvoorbeeld eikenrun) van minerale oorsprong (bijvoorbeeld chroomzouten) of vetten of oliën die in de huid gewerkt worden. Het looien verandert het leer onomkeerbaar.Leather is an animal hide tanned with substances that cause the collagen structure to interconnect and stabilize. Tanning agents can be vegetable in origin (e.g. oak run) of mineral origin (e.g. chromium salts) or fats or oils worked into the hide. Tanning irreversibly changes the leather.
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 1 januari 1953
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Hindeloopen
  • Franeker
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen

Trefwoorden