Datering

Roerklik

Houten binnenschepen pronkten met hun achterschip. Bij het voorbij varen op rivieren en kanalen richtte de blik zich vanzelf op dit deel van het schip. Ook het roer achterop het schip kreeg veel aandacht. Er bestaan verschillende soorten versiering voor de bovenzijde van een roer: roerkoppen, roerklikken, roerleeuwen.

Roerklik. Hol model. Versierd met houtsnijwerk: drie tonetjes (de klaver) en een daaruit voortkomend een tak met blaadjes. Meerkleurig beschilderd. Hout aan onderzijde aangetast.

Identificatie
Titel
Roerklik
Objectnummer
005802
Objectcategorie
Scheepsonderdelen
Objecttype
  • roerklik
    Vorm van scheepssier. Los sierstuk, op de bovenzijde van het roer bij diverse zeilschepen. (De Binnenvaart)
  • scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-11644
Over
Onderwerpen
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Werk
Breedte
7.0 cm
Hoogte
19.0 cm
Lengte
83.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 10 september 1956
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Amsterdam
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Picturae