Datering
Maker Eeltje Taedses Holtrop van der Zee
Tjet Rixt
De boeier Tjet Rixt is gebouwd in 1843 door de scheepsbouwer Eeltje Teadzes Holtrop, de grootvader van de beroemde boeierbouwer Eeltje Holtrop van de Zee, en is vermoedelijk het oudste in Nederland bestaande schip van dit type. De eerste eigenaar, een apotheker uit Sneek, noemde het schip ‘Uitspanning’. Toen het schip in 1954 in bezit kwam van de Vereniging Vrienden van het Zuiderzeemuseum werd het schip herdoopt met de naam ‘Hilda’, naar de vrouw van de voorzitter van de Vereniging en de dochter van de toenmalig directeur van het Zuiderzeemuseum Simon J. Bouma. Een latere eigenaar, Jacob Hepkema uit Heerenveen, doopte het schip om met de naam ‘Tjet Rixt’. Na de restauratie in 2009 kreeg de boeier haar oude naam weer terug. De eerste eigenaar van de boeier heeft al in 1864 deelgenomen aan het admiraalzeilen te Sneek. Het bleek echter geen snelle zeiler te zijn door de enigszins ouderwetse vorm. De boeier is ruim tien meter lang en bevat veel snijwerk. Opvallend is de fraai gesneden roerleeuw.
Gedetailleerde beschrijving
Plezierjacht met tuig en toebehoren; oude namen: Uitspanning, Antonia Jacoba, Tjet Rixt, Hilda. B 921/a leeuw; B 921/b naambord (2) Tjet Rixt; naambord Hilda B 921/c, mast, ZZM-14169-gaffel, kluiverboom en giek in Hw1-mst. De bouwer E. Romkema te Joure was een kleinzoon van Eeltje Holtrop van der Zee. Hij werkte als scheepstekenaar bij zijn oom Auke van der Zee. Van zijn oom heeft hij gehoord dat de Tjet Rixt ooit gebouwd is door de grootvader van zijn grootvader, dwz. Eeltje Teetses Holtrop. De werfbaas van de familie Hepkema heeft omstreeks 1910 het ingebrande jaartal '1843' op een inhout gevonden. Dat inhout bestaat niet meer. BRANDMERKEN: 4 cursieve O psi 19; 24 gothische O psi 20; 116 gothische Q psi 20. MEETBRIEF: L. 1195 (10 juni 1910) VERMOEDELIJKE EERSTE EIGENAAR: Lambertus van der Feer. Apotheker te Sneek. "De Uitspanning". Volgens Yke Wouda, 'Sneeker zeilherinneringen', p.8, liet de oud-apotheker in het midden van de negentiende eeuw de grootste boeier van Friesland bouwen. Dit was hetzelfde schip als de "Tjet Rixt" van de familie Hepkema. Het oudste gevonden brandmerk ivm. het patentrecht werd in 1847 aangebracht door de Sneker scheepsmeter. Dit maakt aannemelijk dat de apotheker uit Sneek de eerste eigenaar was. Zoveel grote boeiers waren er in die tijd nog niet. In 1864 en 1868 was Lambertus van der Feer admiraal bij het admiraalzeilen te Sneek. TWEEDE EIGENAAR: H.C. Lefering te Amsterdam/Buiksloot: 'Antonia Jacoba'. bewijs: kwitantie van de verkoop aan dhr. J. Hepkema. De boeier is voor 1884 in het bezit gekomen van dhr. Lefering, want in dat jaar wordt hij in een krantenbericht genoemd als deelnemer aan een zeilwedstrijd op het IJ. DERDE EIGENAAR: De boeier wordt in 1909 voor 1000 gulden gekocht door Jacob Hepkema. Het schip zou drie generaties in het bezit van de familie Hepkema blijven. De naam 'Tjet Rixt' verwijst naar Rixt, de vrouw van Jacob Hepkema, en naar Tjet, de verkorte naam van hun dochter Tjeertje. Er werd wel gegrapt dat de naam stond voor "God zij met ons" in het Arabisch. VIERDE EIGENAAR: sinds 1953 is de Vereniging Vrienden van het Zuiderzeemuseum de eigenaar van de boeier. Op verzoek van de familie Hepkema werd het schip in 1954 omgedoopt tot 'Hilda', naar de vrouw van de voorzitter van de vereniging en de dochter van dhr. Bouma. In 1961 is voor het laatst met de boeier gevaren. In 1966 werd de boeier op de wal gezet. Op de vriendendag 1995 werd de boeier met instemming van de familie Hepkema weer teruggedoopt tot 'Tjet Rixt'.
Reacties