Rietgedekt boerderijtje met siertuin en fruitboom. De boerin staat in de deuropening.
Identificatie
Titel
Boerderij te Zalk
Objectnummer
F009867
Objectcategorie
Fotocollectie
Objecttype
negatief
Foto's, gewoonlijk op een transparante drager waarop de tonen en kleuren het tegenovergestelde zijn van hun natuurlijke verschijning. Gebruik 'negatiefdrukken' voor fotografische afdrukken waarop de tonen en kleuren het tegenovergestelde zijn van hun natuurlijke verschijning. Gebruik 'clichés-verre' voor fotografische afdrukken van een beschilderde of betekende glazen plaat. (AAT-Ned)
Boerderijen zijn erven met gebouwen er op die in oorsprong bedoeld zijn om agrarische activiteiten te laten plaatsvinden. Als deze agrarische activiteiten niet meer plaatsvinden, wordt het erf met de gebouwen toch nog een boerderij genoemd. Soms wordt met boerderij alleen het hoofdgebouw bedoeld. De term boerderij wordt ook gebruikt om het agrarische bedrijf mee te duiden. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Dakbedekking
Dakbedekkingen zijn materialen en constructies waarmee een dak is afgedekt om te voorkomen dat er water binnen kan komen. Een dakbedekking kan zijn van plantaardig materiaal (riet, stro, houten spanen), gebakken materiaal (dakpannen en -tegels), leien, metaalplaten (lood, koper, zink), bitumineus materiaal of kunststof. (Haslinghuis)
Riet
Riet is een plant die tot de grassenfamilie behoort, kan 1-3 m hoog worden. In waterrijke gebieden is de plant prominent aanwezig. De stengel staat stijf rechtop en het 1-3 cm brede blad met spits toelopende top is grijsgroen. De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De plant groeit in het water of aan de waterkant op natte, zoete tot brakke grond, maar komt ook voor langs spoorwegen en in akkerranden. Nadat de rietsnijder het materiaal heeft geoogst en verwerkt, kan de rietdekker het verwerken als dakbedekking. Riet is een plant die tot de grassenfamilie behoort, kan 1-3 m hoog worden. In waterrijke gebieden is de plant prominent aanwezig. De stengel staat stijf rechtop en het 1-3 cm brede blad met spits toelopende top is grijsgroen. De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De plant groeit in het water of aan de waterkant op natte, zoete tot brakke grond, maar komt ook voor langs spoorwegen en in akkerranden. Nadat de rietsnijder het materiaal heeft geoogst en verwerkt, kan de rietdekker het verwerken als dakbedekking.
Tuin
Tuinen als groen erfgoed zijn cultuurhistorisch waardevolle begrensde terreinen met een sier- of nutsfunctie. Tuinen zijn beplant, vaak ontsloten door paden en liggen meestal in de nabijheid van een huis. Nederlandse tuinen tussen 1700 en 1900 lagen ook buiten de stadssingels of wallen als buitentuin of speeltuin. In het Middel-Nederlands betekent tuyn of tuen vlechtwerk van teen, de omheining. (Haslinghuis)Gardens as green heritage are cultural-historically valuable bounded areas with an ornamental or utility function. Gardens are planted, often accessed by paths and usually located near a house. Dutch gardens between 1700 and 1900 were also located outside city enclosures or ramparts as outdoor gardens or playgrounds. In Middle Dutch, tuyn or tuen means wickerwork of toe, the enclosure. (Haslinghuis)
Reacties